Poetsen

 

POETSEN
Geschreven door Rob Meyer

Poets, poets, poets.
Zo gaat dat als je nodig eens aan de slag moet met het stofoffensief.
Toch een raar woord dat ‘poets’.
Hoe meer je het herhaalt, des te meer er een soort vervreemding op begint te treden.
Poets, poets, poets…wordt veel gebruikt in de taal.
Poetsen is natuurlijk het meest bekend, met name, zo zegt de geschiedenis, bij de vrouwelijke helft van de mensheid.
Laten we eerlijk zijn: hoeveel mannen zijn frequente beoefenaars van de poetscultuur?
De meeste vrouwen hebben een schoon en opgeruimd huis als doelstelling.
Een huis waar weinig spullen in staan, want dat kost minder afstoftijd.
Een huis waar de kinderen rond kunnen kruipen zonder dat hun kleding dezelfde dag nog in de was moet.
Nog los van vieze voetjes en handjes.
Een huis waar alles een plek heeft en harmonieus met elkaar overeenkomt.
Allemaal met het oog op zuiverheid, orde en regelmaat.
Als kleine jongen viste ik een appeltje uit de goot en na enig poetswerk aan mijn trui verdween deze vitaminerijke boomvrucht linea recta door mijn keelgat.
Nooit iets van gekregen.
Mijn Pa vond het helemaal goed en deed er niet moeilijk over.
Maar Moe zeurde dat het een lieve lust was.
‘Als die jongen maar niet ziek wordt van die smerigheden op straat!’
Ik leef nog steeds.
Maar is de man niet veel meer een verzamelaar?
Iemand die meer aandacht heeft voor bijzondere dingen dan voor het poetsen en de zorg voor harmonie?
Ik ben zelf zo iemand.
Mijn huis staat vol met prachtige kunstvoorwerpen, allemaal verzameld in de loop van de jaren, opgevist uit kringlopen, kleedjesmarkten, internet, ga maar door. Allemaal gered van de ondergang, bewaard voor het nageslacht, i.p.v. te verdwijnen in de afvalverwerking.
Om ruimte maken voor reinheid en harmonie.
En van al die prachtige dingen geniet ik elke dag weer.
Maar ja, afstoffen is dan wel een beetje een probleem.
Dat gebeurt niet dagelijks.
Ook niet wekelijks.
Het aanschouwen van één van mijn vele volle ‘verzamelhoeken’ doet mij de poetslust in de schoenen zinken.
Gaan we volgende week wel aanpakken.
Maar die volgende week wordt volgende maand, volgend jaar dus.
Mijn huis is een mini-museum vol schitterende kunstvoorwerpen, bijzondere lampen, prachtige beelden en schilderijen (ook van eigen hand), etc.
Een nachtmerrie voor de ‘poetsvrouw’, dat zeker.
Maar poetsen is ook een valstrik.
Het kan ontaarden in een tunnelvisie activiteit, zogezegd de realiteit in een nevel verhullen, zodat je de harde werkelijkheid niet meer ziet.
Dan ‘lijkt’ de wereld schoon en opgeruimd.
Jopie Huisman.
Maar in die harde werkelijkheid zit ook ontzaglijk veel schoonheid, als je die maar wilt zien.
De inmiddels legendarische Friese kunstschilder Jopie Huisman had dat goed begrepen. Zijn ultieme inspiratiebron was de afvalberg.
Zijn bijzonder gedetailleerde meesterwerkjes ontsproten aan bij elkaar geraapte ‘oude spullen’, die Jopie met veel liefde en toewijding verzamelde, om die dan weer middels een door hem gecomponeerd stilleven te vereeuwigen in één van zijn vele prachtige en sfeervolle schilderijen.
Daar kwam – gelukkig maar – geen poetsvrouw aan te pas.
Ik poets dus minder, maar geniet veel meer van de schoonheid die mij omringt.
Anders gaat dat poetsen mij een poets bakken.
Ooit was er een tv-programma – in het verre verleden – dat onder de naam ‘Poets’ gebracht werd.
In dat programma werden argeloze burgers een poets gebakken.
In zekere zin de voorloper van Bananasplit.
Ziedaar, de werkelijke betekenis van poets(en).
Ik ga nog even genieten van al mijn mooie kunstuitingen.
En ik laat de poetsdoek even met rust.
Wie weet voeg ik af en toe zelf wel een kunstboer aan mijn verzameling toe, van eigen hand. Een beeld, of een schilderij.
Mag ik dan genieten van een kunstgerecht uit eigen oven.
En wie weet maak ik ooit – net als Jopie Huisman – een schilderij van een poetsdoekstilleven.

EINDE

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/