Aflevering 6: Appelwangetjes en zoeloelippen

APPELWANGETJES EN ZOELOELIPPEN
Geschreven door Bert Plomp

Het volkje rekent zich vanzelfsprekend tot de bovenkant van de samenleving. Zo ook al die jonge dametjes die als een kip zonder kop de P.C. Hooftstraat in Amsterdam afstruinen. Gewapend met een handvol creditcards en grote shoppingbags rennen ze deze winkelstraat op en neer om hun kooplust te bevredigen en elkaar de ogen uit te steken.
Deze PC-eenden zijn doorgaans ook direct te herkennen aan hun opgespoten appelwangetjes en kunstmatige zoeloelippen. Hoewel minder direct zichtbaar, dragen zij natuurlijk ondergoed uit de lingerielijn van Sylvie Meis en hebben zij hun huis ingericht naar de “Humberto Tan meubelstijl”.
Gezeten in een comfortabele “HT-fauteuil”, luisteren zij graag naar klassieke muziek uit de “Paul Witteman muziekcollectie”.
Wie bovendien tot de bovenkant van de samenleving wordt gerekend is de alom door politici geprezen hardwerkende Nederlander.
Wie voelt zich niet gestreeld als je zo wordt aangeduid? Wie heeft dan niet de onweerstaanbare drang om op de partij te stemmen die jou zo hoog heeft zitten?
Jammer voor de VVD dat inmiddels vrijwel alle partijen de hardwerkende Nederlander hebben ontdekt.
Eigenlijk wordt iedere werkende Nederlander door de politiek als hardwerkend beschouwd. Terwijl dit in werkelijkheid alleen opgaat voor werkers in de bouw, aan de weg, aan het spoor, in de haven of op zee. Oftewel mensen die met hun handen in weer en wind belangrijk werk verrichten. Ook werkenden in de zorg, in de hulpverlening, in het onderwijs en kleine zelfstandigen kunnen als hardwerkend worden aangemerkt.
Al die individuen die de dag doorbrengen in grote verwarmde dan wel, afhankelijk van de temperatuur, gekoelde kantoren, kun je met goed fatsoen toch niet onder de hardwerkende Nederlanders scharen. Uitzonderingen daargelaten, heerst op zulke kantoren doorgaans een mentaliteit als in “Toren C” en “Debiteuren Crediteuren”. En ik kan het weten want ik heb als kantoorbediende mijn hele loopbaan in dergelijke omstandigheden doorgebracht.
Gepensioneerden met een goed “aanvullend pensioen”, arbeidsongeschikten en wellicht nog een paar andere groeperingen die zelf “hun broek kunnen ophouden”, kunnen naar mijn inschatting ook nog tot de bovenkant van de samenleving worden gerekend.
Maar daarna komen we toch in de buurt van medelanders die, althans naar de opvatting van politici en leiders van praatprogramma’s, tot de onderkant van de samenleving behoren.
In plaats van om de hete brij heen draaien, zou het volksvertegenwoordigers en presentatoren sieren indien zij eens duidelijk maakten wie zij precies beogen als zij het hebben over de onderkant van de samenleving en wat zij met personen uit die groep voorhebben.
Voorts moet men vooral niet uit het oog verliezen dat als je de bovenkant van een gebouw sloopt, je aan de onderkant een steen op je kop kunt krijgen. Daarentegen, als je de onderkant sloopt, dan stort het hele gebouw in elkaar.
Tot slot. Hoewel Amsterdam een gehucht is vergeleken met een stad als New York, zie je wel overeenkomsten. Bijvoorbeeld de overeenkomst dat ook in New York de opvatting heerst dat alles buiten de Big Apple van ondergeschikt belang is. Met name de democraten hebben tijdens de laatste presidentsverkiezingen tot hun grote schrik moeten ervaren dat het land groter is dan New York.

EINDE

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/