Koninklijke ellende

KONINKLIJKE ELLENDE
Geschreven door Bert Plomp

Hoewel mijn ouders van huis uit heel erg ‘Oranje boven’ waren, heeft die koninklijke club mij nooit kunnen bekoren. Ik moet namelijk niets hebben van het idee dat, indien je uit een majesteitelijke schoot hier op aarde bent neergeploft, je direct, zonder enige tegenprestatie, allerlei voorrechten krijgt toebedeeld ten opzichte van ‘Jan met de pet’. En dat het enige wat van je verlangd wordt is, dat je je ogen opent, ademhaalt en consumeert.
Dat het hele koninklijke gezelschap ‘m smeerde naar Engeland aan het begin van de oorlog, vond ik niet heldhaftig. Dat Bernhard als een pijl terugkeerde toen de geallieerden Nederland bevrijdden en hij zich als een held overal liet binnenhalen, vond ik ronduit misselijkmakend.
Geheel tegen de zin in van de echte soldaten, dook deze sinjeur keer op keer op, zo gauw er een plaats van enige omvang was bevrijd. Prinsheerlijk gezeten in een legerjeep, nam hij vervolgens de toejuichingen van het volk in ontvangst.
Op deze ‘heroïsche’ wijze plaveide hij voor zichzelf een weg, die hem later het aanzien van een geëerde ‘oorlogsveteraan’ moest opleveren.
Na de oorlog waren er akkefietjes te over, die mijn negatieve beeld van het koninklijke huis versterkte. Ook toen speelde Bernhard regelmatig een dubieuze rol. Zoals de respectloze manier waarop hij zijn vrouw bejegende. De buitenechtelijke kinderen die de man eropna hield. Hij belazerde niet alleen de koningin maar ook het hele Nederlandse volk. Het was bepaald niet voor niets, dat hij na het ‘Lockheed-schandaal’ al zijn militaire functies moest neerleggen. Vanaf dat moment droeg hij alleen nog maar een pijp in zijn mond en een anjer op de revers van zijn jasje.

Ook heden ten dage komt het handelen van de ‘Oranjes’ niet altijd even fris over. Wat bijvoorbeeld te denken van dat stiekeme gerommel met die jachtdomeinen, de ‘Soestdijkse kunstnalatenschap’ en het Griekse uitstapje?
Nu is het al jaren zo, dat het in vrijwel ieder Europees vorstenhuis rommelt. Bastaardkinderen, seksschandalen, fraude en wat dies meer zij, zijn schering en inslag. De honden lusten er geen brood van. Nu is dat laatste al gauw het geval als het om mijn viervoeters gaat. Die hoef ik echt geen boterham voor te schotelen. Daar halen ze hun neus voor op. Alleen als er een dikke laag leverpastei op is aangebracht, willen ze nog wel toehappen.

De koningsgezinde lezer hoeft niet te vrezen, dat ik hier nog verder negatief ga uitweiden over personen van koninklijken bloede. Ik moet het hier helaas bij laten. Ik wil mijn oudere broer Theo namelijk niet voor zijn hoofd stoten. Theo is zeer begaan met het wel en wee van onze koninklijke familie.
Als er wat koninklijks te vieren valt, bijvoorbeeld een verjaardag, staat hij voor dag en dauw op, om als eerste bij hem op de dijk, het ‘rood-wit-blauw met oranje wimpel’ te hijsen.
Een aantal keren per jaar vertoef ik in Nederland. Aangezien ik op camping Het Grote Bos in Doorn als ‘persona non grata’ word aangemerkt, ben ik daar niet langer welkom. Nu wil ik met mijn kritiek op de koninklijke familie niet het risico lopen, dat ik straks ook bij mijn broer voor een gesloten deur kom te staan.
Om mijn broer gunstig te stemmen, heb ik besloten ook wat positiefs over het vorstenhuis te schrijven.
Ondanks wat rare bokkesprongen, sta ik namelijk toch wel redelijk positief tegenover het jonge vorstenpaar. Ik vind dat Willem-Alexander en Maxima zich veel volkser gedragen dan Bea. Ze komen lang niet zo hautain over als de voormalige koningin. Het lijkt net of we met gewone mensen te doen hebben. Dat zijn ze natuurlijk ook. En gewone mensen maken zo nu en dan een foutje. Dus soit.

Trouwens, is het niet aandoenlijk, dat Willem-Alexander, maakt niet uit wat die jongen uitkraamt, steeds zijn aantrekkelijke vrouw fideel aan zijn zijde vindt. Dat Maxima hem door dik en dun steunt. Dat zij voortdurend letterlijk en figuurlijk aan zijn lippen hangt.
Als jongeman krijg je daar toch een ego van hier tot Tokyo van. Eigenlijk wilde ik het anders formuleren, maar ego en Tokyo gaan beter samen.
Er is nog een ander positief dingetje dat ik over Willem-Alexander kwijt wil.
Op jonge leeftijd heeft deze knaap al een partij militaire decoraties weten te bemachtigen, waar een meervoudige oorlogsveteraan de hik van zou krijgen. Onder het gewicht van al dat eremetaal, gaat hij overigens wel een beetje voorover hangen.

Eens, aan het einde van de middag van een koninklijke verjaardag, belde ik mijn broer op. Ik wilde hem op het hart drukken de vlag en wimpel op tijd te strijken. De vlag vooral niet in het donker buiten te laten wapperen. Dat zo’n wandaad koning en vaderland geen eer zou aandoen.
Zo scherp van geest mijn broer ‘s morgens doorgaans is, zo nonchalant kan hij aan het einde van een feestdag zijn.
Op mijn goedbedoelde wenk reageerde Theo in een roes met te zeggen, dat hij het wasgoed nooit strijkt.

EINDE

Voor alle verhalen klik op: Verhalen

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: