Aflevering 10: Rokend ten onder

ROKEND TEN ONDER
Geschreven door Bert Plomp

Ik verlang echt terug naar de tijd dat er nog volop gerookt werd in de kroeg.
Het is niet omdat ik een verstokte roker ben. Roken doe ik immers al decennia niet meer.
Als je een paar uurtjes in de rokerige sfeer van een kroeg zit, hoef je echt niet bang te zijn dat je longkanker opsnuift.
Tegenwoordig hangt er in het café een schrale lucht. Een zurige lucht doorspekt met de stank van heimelijk gelaten scheten.
Het zou mij niet verbazen indien die lucht bij inademing slechter is voor de kroegganger dan die gemengd met een flinke portie rook. Met sigarettenrook of de zoete rook van een brandende pijp met Clan tabak. Slechts weinig mensen weten dat tabaksrook giftige darmgassen neutraliseert.
Vandaag de dag is iedere bezoeker ook zo ontzettend zichtbaar geworden in een kroeg. Waar de kroegtijger voorheen nog gehuld was in een soort mystieke zinnenprikkelende damp, is hij nu tot achter in het etablissement duidelijk waar te nemen.
In een van mijn favoriete kroegen “het Springhaver café”, tref je trouwens helemaal geen kroegtijgers meer aan. Je ziet er geen zwaar rokende mannen meer die zich verzameld hebben rond een schaakbord. Mannen die met een sjekkie in de ene hand en een borrel in de andere, beide schakers verkeerde zetten proberen aan te praten.
Deze stamgasten hebben plaats gemaakt voor bezoekers die je voorheen voornamelijk in gelegenheden als Theehuis Rhijnauwen aantrof. Dames op leeftijd die tergend langzaam een potje groene thee naar binnen zitten te werken.
Vroeger kon je met je nieuwe vriendin ongezien ergens in een uithoek van de kroeg zitten vrijen. Je kon daar door haar ex vriend niet betrapt worden. Voorbij de bar was je namelijk door een rookgordijn volledig aan het zicht onttrokken.
Vanaf de straat kun je thans glashelder ontwaren wie zich in het dranklokaal ophoudt. Tot helemaal achter in de zaak. Tot aan het toilet zelfs.
Als je het schoeisel herkent, kun je zowaar zien wie er op het toilet zit.
Ziek word ik van die bemoeizucht van de overheid. In Den Haag moeten ze zich eens zorgen maken over de negatieve effecten op de volksgezondheid door een laks en bureaucratisch overheidsbeleid. Zoals onlangs die ellendige toeslagenaffaire bij de belastingdienst.
Laat die effecten eens grondig onderzoeken in plaats van zemelen over roken, drinken, eten en wat dies meer zij.
Roken is ongezond en het is goed dat je niet overal mag roken. Het is echter van de zotte dat je in geen enkele kroeg een sigaretje mag opsteken. Het moet mogelijk zijn om te kiezen tussen gelegenheden voor rokers en niet-rokers.
Het is natuurlijk wel lekker makkelijk als je simpelweg bepaalt dat je nergens meer mag roken.
Trouwens, het moment is nabij dat er zelfs in de open lucht, in je eigen huis of op je eigen grond een rookverbod komt.
In Oog in Al had ik ooit aan weerszijden buren die rookten als een schoorsteen. Als mijn vrouw en ik op een zwoele zomeravond vroeg in bed doken, werd ons plezier vaak verstoord door de rook die van buiten via de open schuifpui naar binnendrong. Het zou echter nooit in me zijn opgekomen om daarom mijn buren het rookgenot te ontzeggen.
Overigens, in Oog in Al kwam de rook toch al van alle kanten op je af. Uitlaatgassen van het verkeersplein Oudenrijn, een stinkende walm van de sojafabriek en een indringende zoete koffielucht van Douwe Egberts.
Bij aanhoudende oostenwind kwam daar nog de bedorven lucht uit het Ruhrgebied bij.
Als tiener rookte ik er lustig op los. Bij sigarenboer Van den Akker in het Lodewijk Napoleonplantsoen, kocht ik alles wat maar wilde schroeien. Losse sigaretten van 10 cent per stuk. Veelal uit Egypte en wijde Arabische omtrek.
Deze gele sigaretten waren extra lang en dus voordeliger in het gebruik.
Ook rookte ik Franse blauwe Gauloises. Dan merkte je pas echt dat roken je gezondheid aantastte. Bij het inhaleren, voelde je dat je longblaasjes van ellende in elkaar klapten.

EINDE

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/