Wat rinkelt daar?

WAT RINKELT DAAR?
Geschreven door Bert Plomp

Ome Klaas en tante Beppie hadden het niet zo naar hun zin in de lage landen. In de vijftiger jaren zijn zij met het hele gezin naar het verre Australië geëmigreerd.
Vanwege gezondheidsproblemen van tante Beppie keerden zij na een aantal jaren Down Under weer terug.
Omdat er in Nederland niet direct woonruimte voorhanden was, trok het hele gezin bij mijn ouders in. De driekamerflat die al zes mensen huisvestte, moest toen aan nog eens zes personen onderdak gaan bieden.
Dat betekende dat mijn broer Theo en ik ons heil elders moesten gaan zoeken. Theo kon onderduiken bij joodse vrienden in de buurt en ik bij mijn vriend Joop.
Voor Theo en mij had die situatie niet lang genoeg kunnen duren. We kregen veel aandacht en werden enorm verwend op onze logeeradressen.

Ome Klaas zat regelmatig hoog op te geven over Australië. Over het land dat hij noodzakelijkerwijs had moeten verlaten. Hoe goed het daar wel niet was. We werden er weleens moe van.
Op een dag werd er een postpakketje thuisbezorgd uit het verre Australia. De buitenkant van dit pakketje maakte al zeer veel indruk op mij. Het pakje was in verband met de hoge portokosten voorzien van een hele reeks afgestempelde exotische postzegels.

Ome Klaas wilde met zichtbare trots ons deelgenoot maken van de onthulling van de inhoud van het pakketje. Met een big smile op zijn gezicht stond hij het pakje al enige tijd stevig heen en weer te schudden. Al schuddend wilde hij ons erop attenderen dat het pakje weleens een grote hoeveelheid klinkende munten kon bevatten. Geld, voor hem en zijn gezin ingezameld door zijn gulle vrienden in Australië. Althans dat was de verwachting die hij uitsprak tegenover de verzamelde menigte in de volgepropte driekamerflat. Gespannen keek het hele gezelschap toe hoe ome Klaas het pakketje gretig opende. Hoe groot zou de opbrengst zijn?, vroeg eenieder zich af.

Groot was enerzijds de schrik en anderzijds het plezier toen bleek dat het om niet meer ging dan een ingelijste foto van de achtergebleven vrienden. Het geluid van klinkende munten werd veroorzaakt door gebroken glas. Het glas van het fotolijstje was tijdens de lange reis bezweken.
Toen het gezin na een aantal maanden een eigen huurwoning in Zeist kreeg, keerden Theo en ik met tegenzin terug op het ouderlijk nest. Het was weer gedaan met de verwennerij.

Frankie, een van de kinderen, bleek een ondernemend jongetje te zijn. Al kort na zijn toetreding tot de Zeister gemeenschap stond er een gemotoriseerde agent voor hem op de stoep. Frankie had kattenkwaad uitgehaald en de politieman kwam even langs om zijn ouders daarover op de vingers te tikken.
Terwijl de agent binnen vader en moeder de les stond te lezen, maakte vijfjarige Frankie op straat zijn motorfiets onklaar.
Wat Frankie met de motor had uitgespookt, weet ik niet. Het kostte de diender in ieder geval heel wat tijd om deze weer aan de praat te krijgen.

We kwamen graag bij ome Klaas en tante Beppie over de vloer. Tante Beppie, een zuster van mijn moeder, was een van mijn favoriete tantes. Eigenlijk had ik alleen maar leuke ooms en tantes.
Toen ik weer eens, samen met mijn ouders, bij hen in Zeist op bezoek was, toonde tante Beppie ons trots haar nieuwste aanwinst. Het was een zogeheten hoogtezon. Deze hoogtezon was een zwart vierkant kastje met een zilverkleurige kap erop gemonteerd.
In de kap was een buisvormige lamp geplaatst. De lamp maakte een knetterend geluid zodra je de stekker in het stopcontact stak.
De bedoeling was dat je je gezicht plaatste in de felle lichtbundel die het toestel uitzond. Veiligheidshalve kon je er een dik zwart brilletje bij opzetten. Dit ter bescherming van de ogen.
De hoogtezon boezemde, vanwege het knetterende geluid en de scherpe straling, toch wel enig ontzag in bij de gebruiker. Je kreeg zowaar de indruk dat je bestraald werd. Behandeld tegen de gevreesde ziekte.

De meeste mensen vonden het in die dagen wel interessant om er in de winter wat gebruind uit te zien. Dat wekte de indruk dat je op een verre buitenlandse vakantie was geweest. Bijvoorbeeld op wintersport in Lech, samen met de Koninklijke familie. Het leek mij ook wel iets om zo’n indruk te wekken. Om die reden nam ik als eerste plaats in de felle lichtbundel.
Omdat ik niet van half werk hield, bleef ik direct veel te lang en zonder beschermende bril in de ultraviolette straling gluren. Het resultaat was er dan ook naar. Het leek wel of ik een halfjaar zonder hoofdbedekking door de Sahara had gezworven. In dat opzicht was het doel dus wel bereikt.
Echter, toen ik de volgende morgen opstond, kon ik mijn ogen niet meer open doen. Mijn kijkers voelden aan alsof ze gegeseld waren door een zandstorm in voornoemde woestijn.
Een dag of drie heb ik me als een blinde door de stad moeten bewegen. Nadien heb ik me nooit meer aan zo’n hels apparaat blootgesteld.

EINDE

Voor alle verhalen klik op: Verhalen

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: