Aflevering 4: Voor de poorten van de hel

VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 
Geschreven door Bert Plomp

Cynthia was bij het uitzoeken van een bustochtje, in de haven van The Great Cayman Island, letterlijk tegen een wat opgewonden, lijvige, zwarte vrouw op gebotst. De vrouw droeg een donkerblauw uniform. Aanvankelijk dacht ik dat ze van de havenpolitie was en vreesde ik dat we aangehouden zouden worden. Als Nederlander word je, dankzij sommige landgenoten, in het buitenland al gauw aangezien voor een drugscrimineel. De schade viel gelukkig mee. De vrouw bleek een buschauffeuse te zijn.
Door slijtage glom het uniform van de vermeende agente op diverse plekken als een spiegel. Vooral rond het zitvlak was het spiegeleffect zo sterk, dat je je haar erin kon kammen.

Omdat Cynthia altijd uiterst voorzichtig is, wanneer ze over straat gaat, was ik er vrijwel zeker van, dat die vrouw gewoon bruut voor haar neus was gesprongen, met het doel om haar iets op te dringen. De zwarte vrouw wilde haar met alle geweld overhalen om deel te nemen aan een rondritje over het eiland met haar gammele, oude schoolbusje. Een ritje met een heel bijzondere bestemming, namelijk ‘Hell’.
Op de vraag of zij wel eens in ‘Hell’ was geweest, kon mijn meisje natuurlijk niet anders dan ontkennend antwoorden. Ik was er geenszins van overtuigd of we nu wel met die zwarte ‘helleveeg’ in zee moesten gaan. Of het wel zo verstandig was om nu reeds een blik te werpen in ons eventuele voorland en daarvoor een paar uur van onze schaarse, vrije tijd op dit eiland uit te trekken. Echter, voordat Cynthia er erg in had, had de inheemse chauffeuse haar reeds twee buskaartjes in de maag weten te splitsen en stonden we, samen met een hele groep Amerikanen, bij een oud, roestig busje te wachten om in te stappen. Allemaal argeloze passagiers, die, net als wij, ontkennend hadden moeten reageren op de hellevraag. Die, net als wij, toch een beetje nieuwsgierig waren naar wat er op de plaats van bestemming te beleven viel, zonder er al te hoge verwachtingen van te hebben.
Het duurde echter nog een tijdje eer de goedlachse chauffeuse het laatste buskaartje aan de man had gebracht. Zodoende hadden we nog genoeg tijd om uit de wachtende rij te stappen en van de leuke winkeltjes in de haven te genieten.
Wat een doffe ellende. Er was niets anders te bekennen dan saaie bankfiliaaltjes en klaterende shops met overdreven dure sieraden, horloges en cosmetica. Toen ik zo’n winkeltje met blinkend materiaal binnentrad en vroeg of ze misschien even snel mijn lederen horlogebandje konden vervangen, kreeg ik meteen nul op het rekest. In het zaakje, waar een verstikkende lucht hing van een mix van allerlei soorten parfum, keken de zwaar opgemaakte winkelmeisjes mij, bij het stellen van die eenvoudige vraag, zo verschrikt aan, alsof ze er zojuist getuige van waren geweest, dat ik een pact met de duivel had gesloten. Terwijl het tochtje naar het purgatorium nog moest beginnen.

Toen de reisleidster eindelijk alle kaartjes had verkocht, kon het busje uit het jaar nul bestegen worden. Kon het helse avontuur een aanvang nemen.
Onder het rijden, lulde de zwarte vrouw achter het stuur de oren van je kop over allerlei zogenaamde wetenswaardigheden van het eiland, zonder dat er in de wijde omtrek ook maar iets van belang of leuks te bespeuren viel. Eigenlijk vormden het busje en zijn chauffeuse het enige materiaal, dat enigszins als Caribisch te typeren viel.
Een aantal medereizigers vond het desondanks toch nodig om zo nu en dan te lachen om de vertelsels van de stuurvrouw. Sommigen brachten zelfs af en toe de handjes op elkaar. Misschien waren het de zenuwen die hen parten speelden, ik weet het niet. De Caribische humor ontging mij in ieder geval volledig. Ik zat gedurende de hele rit een beetje wazig naar buiten te staren en te mijmeren over het Caribische festijn op het strand, dat we na de hel zouden gaan bezoeken.
Na ruim een uur stuiteren en zweten, werd het hoogtepunt van de trip eindelijk bereikt. Het oude vehikel kwam krakend en met een diepe zucht tot stilstand op een piepklein parkeerplaatsje in the middle of nowhere. De chauffeuse verzocht de reizigers thans gezwind uit te stappen. Met een big smile op haar gezicht, attendeerde ze haar klanten erop, buiten vooral goed notitie te nemen van een aldaar opgesteld bordje.
En zowaar, op het parkeerplaatsje stond eenzaam en verlaten een paaltje met daaraan bevestigd een heus plaatsnaambordje. Hierop was duidelijk te lezen: ‘Hell’.
Omdat de verbouwereerde passagiers niet direct door hadden wat hier nu eigenlijk speelde, voegde de zwarte grapjurk er met een vette lach nog aan toe: “Well, now you are in hell”.
De anders zo enthousiaste en goedlachse Amerikanen waren thans niet zo uitbundig. Ze maakten een wat bescheten indruk. Het algemeen bevinden had iets weg van een zojuist opgedane, zwaar teleurstellende ervaring. De ervaring, te hebben deelgenomen aan een reisje voor debielen.

Behoudens het bordje ‘Hell’, had deze bus stop zo goed als niets te bieden. Als je al niet te gefrustreerd was, kon je in het lokale souvenirshopje, naast andere prullaria, nog een kopie van het gewraakte plaatsnaambordje kopen. Verder viel er voor geologen nog een veldje met zwarte, gestolde lava te bewonderen.
Gelukkig werd er op de terugweg wat vaart gemaakt. Zodoende resteerde er nog een paar uur om de Caribische ‘couleur locale’ te ondergaan.
Voor het echter zover was, deed de immer amusante chauffeuse onderweg nog een poging om het hele gezelschap een soort zeerovershol binnen te drijven. Mevrouw was zo ruimhartig om de gasten nog een uurtje de tijd te gunnen om zich in dat hol te wagen en zich nog wat laatste dollars afhandig te laten maken.
Afgezien van wat opgewonden, schreeuwerige inboorlingen en veel te dure, op de portemonnee van toeristen afgestemde, drankjes, had dit piratennest letterlijk en figuurlijk weinig om het lijf. Binnen vijf minuten zat iedereen weer braaf in de bus en zette het vehikel koers richting veilige haven.
Van het ondergaan van de Caribische ‘couleur locale’ is die middag niets meer terechtgekomen. Er was op het hele eiland verder geen bal te beleven. Geen getrommel op olievaten, geen reggae, geen swingende, zwarte meiden en geen rum cocktails. Alleen maar hel.

WORDT VERVOLGD

Voor alle afleveringen klik op: Een hels avontuur

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/