In een flits

IN EEN FLITS
Geschreven door Bert Plomp

Recensie Willem Smit

“In een Flits” bevat maar liefst 500 pagina’s jeugdherinneringen. Ze zijn met evenveel vaart geschreven als te lezen. Plomp is een babyboomer en beschikt over een ijzeren geheugen en is aanvullend een geboren verteller. De lezer wordt eerst meegenomen naar de jaren vijftig tot tachtig in de provincie en de stad Utrecht, met speciale aandacht voor de legendarische camping Het Grote Bos in Doorn. Daarna maakt de reislustige Plomp diverse buitenlanden onveilig, waaronder de Balkan, Kreta, Venetië en Ierland, waar hij zich vestigt. De aantrekkingskracht van de verhalen schuilt in de kleurrijke details. De lezer verveelt zich geen moment en staat overal met z’n neus bovenop. De vele bijbaantjes van de jonge Plomp bieden een vrij volledig en leerzaam overzicht van de arbeidsmarkt en de toenmalige verhoudingen. Vrouwelijk schoon mag zich eveneens in de brede aandacht en weetgierigheid van de jonge Plomp verheugen. Ook hier komen alle lagen van de samenleving voorbij en met z’n aandacht voor diversiteit is de schrijver z’n tijd ver vooruit. Grappig is de regelmatig opduikende “blonde atletisch gebouwde vrouw van Germaanse afkomst”. De schrijver is het tegendeel van een somberman. Hoe beroerd het hem ook gaat, aan het eind overwint steeds de vrolijkheid en de vindingrijkheid van de hoofdpersoon. En anders loopt hij nog even een halve marathon om weer bij te komen. Liefhebbers van het ziekte – en slachtoffergenre komen niet aan hun trekken. Vroeger was alles beter? Dat hoor je de schrijver niet zeggen. Voor gefilosofeer heeft hij weinig tijd. De verhalen spreken voor zich en hebben geen extra verdieping nodig. Uiteraard heeft hij vaak kritiek op hoe het was, en op de huidige tijd. Mag het misschien? Hij heeft misschien niet altijd gelijk, wie wel?


Boekbespreking Jurjen van der Hoek

De autobiografische avonturen van een levens-beschrijver
Wanneer je aan de rand van een afgrond staat, waarin je de dood voor ogen hebt en je springt, dan zie je het leven als in een flits aan je voorbijtrekken. Zegt men, maar wie zal dat weten? Maar zo kun je het boek van Bert Plomp wel lezen. Het is in die laatste seconden voor het absolute einde dat hij zijn ego als in een film voor zich ziet afspelen. Voor mij is het meer als een flits, een korte kennismaking. Ik was wel zeker een grote hoeveelheid uren zoet met de 500 bladzijden aan tekst die zijn autobiografie beslaat. De dame op het omslag daarvan kijkt eens op haar horloge, een figuur valt uit de lucht lijkt het. Het moment van Paulus Verwey, gevat in een magisch realistisch schilderij, sluit naadloos aan op de sfeer in het boek.
Eigenlijk kende ik al een deel van het wezen van Plomp, nog voor ik zijn lijvige levensverhaal opsla. Met regelmaat van de klok post hij stukken uit het boek op Facebook. En dan zie ik in mijn gedachten hem zo in zijn studeerkamer zitten met uitzicht op de oceaan vanuit zijn woonhuis in Ierland. Turend over de golven die af en aan rollen, heen en weer steeds maar weer. Zijn mijmeringen dwalen af naar de horizon en daaraan voorbij. Zijn herinneringen aan toen, die momenten worden dagdromen. De realiteit wordt ingekleurd. Al de avonturen en voorvallen worden in een speelse en humoristische trant van schrijven tot op de draad uitgeplozen en beschreven. Nergens wordt het verhaal droog en vervelend, voortdurend is het luchtig en raakt het aan ieders dagelijkse beslommeringen ook al ben je niet van zijn tijd. Dat ben ik min of meer wel, en dus kan ik meerdere verhalen over mijn eigen verleden leggen en inpassen.
De korte verhalen sluiten op elkaar aan of grijpen in elkaar. Dezelfde onderwerpen komen dikwijls terug, maar worden dan van weerszijde en in een ander licht bekeken. Dan denk ik dat heb ik eerder gelezen of dat weet ik al, Plomp herhaalt zich, maar staat het in een andere context beschreven. Zo leer ik de man tot op het hemd kennen, en zelfs verder. Want hij gaat in het boek meerdere malen uit de kleren. Die wijsheden lijken dan wat overtrokken, enigszins over the top in goed Nederlands. Zo lijken verschillende verhalen aangedikt om de tekst interessant en boeiend te houden. Zoals het verfilmde boek in het script is gedramatiseerd en wel aangevuld met waarheden die niet realistisch zijn. Te mooi om waar te zijn.
Het begin van het boek is zoals de start van het leven. De kleine jongen volg ik, via de puberteit kom ik tot zijn volwassenheid. En wat hij in de tussentijd en onderwijl allemaal zoal meemaakt is met geen pen te beschrijven, maar Bert deed het wel. Al de opgestapelde belevenissen maakt het boek tot een avonturenroman meer dan dat het een autobiografie is. Ook kan het voor een historische roman doorgaan gezien de tijd van leven tevens is beschreven. De manier van schrijven is invoelbaar en gedetailleerd. Het maakt de belevenissen menselijk en persoonlijk. De buurt wordt tot op huisnummer nauwkeurig omschreven, wie achter welke deur woont en wat deze doet en laat. De omgeving wordt benoemd, dus wanneer ik eens weer in Utrecht ben zal ik de straten bezoeken en in de voetsporen van Plomp gaan. Als een pelgrim op zoek naar… ja, wat eigenlijk.
De samenstelling van gezin en familie is besproken. De vrienden en vriendinnen passeren de revue. Bert heeft een gezond oog voor vrouwelijk schoon. De bedgeheimen lees ik met rode oortjes. En wordt het wat al te gortig dan blijkt het een gedroomd bedrog.
De pagina’s waarop de grootouders de hoofdrol spelen zijn van een emotionele bewogenheid. Vooral het deel over de te vroeg gestorven vader spreekt aan. En de moeder speelt een belangrijke rol in zijn leven. Na deze indringende hoofdstukken gaat Plomp over tot de orde van de dag. Maar ook schopt hij wel tegen heilige huisjes. Vooral dat van zijn opvoeding in het geloof. Door die bodem neemt hij de religie niet op de hak, maar schrijft er vol goede moed over en af. Hij klimt wel op de barricaden als het gaat over heersende handel en wandel van politiek en maatschappij. Zo is het boek niet slechts een leesbare opsomming van de avonturen van Bert Plomp, maar geeft hij ook zijn ongezouten mening over van alles en nog wat. De avonturen kunnen soms met een korreltje zout worden genomen, maar de herinneringen zijn scherp en duidelijk.
In de volwassenheid zijn de wilde haren verdwenen, maar blijven de streken onnavolgbaar aanwezig. Ik volg de carrière, zijn los-vaste baantjes totdat hij in het werk gesetteld is. De schrijver spreekt hier meer over het moment van nu. De levensbeschrijving staat met beide benen in deze tijd. Dan blijven de avonturen wel komen, maar wordt er ook filosofisch nagedacht. Dan lees ik het boek niet meer als tijdverdrijf, een verhaaltje voor het slapen gaan. Zijn kijk op het leven wordt interessant, ik ga bij wijze van spreken op het puntje van mijn stoel zitten want het raakt een overtuiging. Ga ik een heel stuk mee met zijn kijk op de dingen, haak ik nergens af. De droge opstandige stof is luchtig beschreven, maar niet zo lichtvoetig dat het luchtkastelen en hersenschimmen worden. Lees ik vluchtig over de avonturen heen en langs de zonderlinge voorvallen, het formuleren van zijn standpunten laat me de regels nog eens weer overlezen om de woorden te wegen. Maar na deze relatieve stilstand gaat het in rap tempo verder door het koninklijk huis, over functioneel bloot, langs vakanties op Kreta, tijdens een cruise en een busreis naar Hell. Het lijkt te veel voor een enkel mensenleven.
Het laatste deel “dierbaar” is een teder hoofdstuk. Plomp beschrijft hierin zijn omgang met dieren, en dan met name honden. Als voorzitter van een dierenwelzijnsclub breekt hij een lans honden te adopteren van een asiel boven ze te betrekken van een fokker. Zelf heeft hij opvangplaatsen voor verwaarloosde dieren. Zijn verhalen over de eigen honden zijn liefdevol en spreken tot de verbeelding. Een huisdier dat je als vriend zo na gaat staan en die je met pijn in het hart tijdens jouw eigen leven al moet laten gaan. Als hondenbezitter spreekt het me aan hoe Bert erover schrijft. En moet ik zelfs een traan wegpinken wanneer hij zijn trouwe viervoeter onvermijdelijk moet laten inslapen. “Vroeger of later gaan we allemaal een keertje dood. Het enige wat mij aantrekt in het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen is, dat ik geen getuige meer hoef te zijn van al dat verdomde dierenleed.”
Wanneer ik het boek uit heb, de laatste bladzijde is omgeslagen, mag ik Bert tot mijn vriendenkring rekenen. Althans heb ik kennis aan zijn diepste geheimen, die meestal alleen met goede vrienden worden gedeeld. Als een schaduw volgde ik hem door de tijd. Bij ieder moment was ik voyeur of in elk geval gewenst toeschouwer. Het is een kunst om de lezer zo te betrekken in jouw beschreven verhalen. Mee te voeren langs jouw avonturen alsof de lezer er zelf bij is en het aan den lijve meemaakt.

ISBN: 9789464354959

“In een flits” is bij iedere boekhandelaar te verkrijgen, ook bij de online-verkopers. Geef eenvoudigweg vorenvermeld ISBN-nummer op en je ontvangt het juiste boek.

Alle opbrengsten van dit boek gaan naar een goed doel, namelijk naar dierenwelzijn: Stichting Dierenwelzijn Ierland

Voor alle boeken klik op: Boeken