Dat geloof je toch zeker niet

DAT GELOOF JE TOCH ZEKER NIET
Geschreven door Bert Plomp

Met “Dat geloof je toch zeker niet” laat Bert Plomp zien dat hij niet bang is om heilige huisjes omver te schoppen. In dit scherpe en soms cynische essayachtige betoog fileert hij religie, geloofsdrang, menselijke zekerheid en de pretentie van wetenschap — en dat doet hij op zijn eigen kenmerkende, licht spottende toon.
Het stuk opent met een schijnbaar simpele, maar allesomvattende gedachte: Niets is zeker. Vanuit die gedachte ontspint Plomp een tirade tegen de neiging van mensen om hun geloof of overtuiging tot absolute waarheid te verheffen. Hij spaart daarbij niemand: niet de huis-aan-huis predikers met hun foldertjes, niet de religieuze leiders die eeuwenlang macht hebben uitgeoefend met vaak duistere bedoelingen, en zeker ook niet de wetenschappers die volgens hem vaak te stellig vertrouwen op hun incomplete kennis.
Wat opvalt is Plomps vermogen om ogenschijnlijk losse observaties en anekdotes — de verzekering verkoper met de bijbel die zijn vader ooit was, de absurditeit van interpretatieverschillen binnen religies — samen te smeden tot een vloeiend betoog. Zijn humoristische overdrijving, zoals de suggestie dat God net zo goed een randdebiel een heilig boek had kunnen laten schrijven, is ontwapenend en prikkelend tegelijk. Het zet de lezer op scherp: wat weet je eigenlijk echt zeker?
Plomp stelt dat alles — ook wetenschap — uiteindelijk berust op gemaakte afspraken en een geloof in modellen. Zelfs iets simpels als één plus één is niet zo absoluut als het lijkt, toont hij aan door speels het binaire stelsel erbij te halen en te filosoferen over ongelijke appels en atomen die nooit echt identiek zijn. Daarmee weet hij een filosofisch zwaartepunt licht verteerbaar te houden.
Het verhaal leunt zwaar op herhaling en herformulering van de centrale gedachte: dat mensen behoefte hebben aan zekerheid, maar die nooit kunnen bezitten. Juist die herhaling werkt hier goed: het maakt het stuk tot een polemisch pamflet, een pleidooi voor intellectuele nederigheid en tolerantie.
Plomp’s toon is soms vilein en kan voor sommige lezers overkomen als badinerend — zeker wie zich aangesproken voelt in zijn geloof of levensbeschouwing. Maar wie daar doorheen prikt, proeft een duidelijke ondertoon van morele ernst: de oproep om elkaar niet langer de hersens in te slaan, letterlijk of figuurlijk, omwille van iets dat toch niet met zekerheid valt vast te stellen.
In “Dat geloof je toch zeker niet” stelt Plomp lastige vragen die weinig lezers definitief kunnen beantwoorden. Dat is precies de kracht van dit verhaal. Het biedt geen houvast, geen geruststelling — en dat is verfrissend. Het is een uitnodiging tot twijfel, en twijfel is, zo betoogt Plomp, misschien wel de eerlijkste houding die een mens kan aannemen.
Een scherp, geestig en uitdagend pleidooi tegen religieus en wetenschappelijk dogmatisme, geschreven in de karakteristieke, relativerende Plomp-stijl. Een aanrader voor wie het prettig vindt om aan het denken gezet te worden, maar minder geschikt voor wie graag vasthoudt aan vaste waarheden.
Aukje Idema

Aflevering 1: Inleiding

Aflevering 2: Ik geloof er niets van

Aflevering 3: Onomstotelijk bewezen

Aflevering 4: Eén plus één is twee

Voor alle verhalen klik op: Verhalen

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: