Lekker in bad

LEKKER IN BAD
Geschreven door Bert Plomp

Hoewel daarover in sommige zorginstellingen anders wordt gedacht, is het tegenwoordig vanzelfsprekend dat een mens ten minste één keer per dag een douche of een bad neemt. Voorts dat hij zowel ‘s morgens als ‘s avonds zijn tanden poetst.
Dat was in mijn jeugd niet zo. Het dagelijks baden kwam zelden voor.
In die tijd had persoonlijke hygiëne bovendien geen al te hoge prioriteit.
Pas toen ik voor het eerst bij een vriendje ging logeren, werd het me duidelijk dat ik regelmatig mijn tanden moest poetsen.
Je iedere morgen helemaal reinigen was in die dagen een ongekende luxe. Laat staan je twee keer per dag douchen. Zoiets was praktisch onuitvoerbaar.

Wat in onze flat in het Utrechtse Napoleonplantsoen voor een badkamer moest doorgaan, was eigenlijk niets meer dan een stenen aanrecht met daarin verzonken een diepe wasbak. Boven die wasbak hing een douchekop en dat was het.
Die onbenullige combinatie werd heel deftig een lavet genoemd. Het bassin was te groot voor een gootsteen en te klein voor een badkuip. Rechtop in de bak en gelijk onder de douchekop staan, was voor een klein kind nog te doen. Voor een opgroeiende jongere of een volwassene was dat schier onmogelijk.
In het bad zittend plaatsnemen was nog moeilijker. Dat vereiste de lenigheid van een slangenmens.
Met deze schamele sanitaire voorziening moesten zes mensen het doen in ons kleine flatje. ‘s Morgens zich opfrissen voor de start van een nieuwe dag.
Om die reden werd er meestal volstaan met even de kop onder de kraan steken. Maar ook dat was vaak niet mogelijk. Regelmatig was het lavet namelijk gevuld met wasgoed dat in de week stond.
In dat geval moest je uitwijken naar de keuken. Dan moest je je opfrissen onder de keukenkraan. Maar ja, dat was weer niet zo fris.

Aan het begin van het weekend, vóór het uitgaan, wilde ik altijd even douchen. Even lekker opfrissen voor de meisjes.
Daar kwam het zelden van. Als het bad al niet bezet was door een huisgenoot of wasgoed, dan spartelde er soms een grote snoek in rond. Een snoek die door mijn vader daags ervoor uit de Kromme Rijn was gehengeld. De vis was voorlopig in het lavet gestald in afwachting van een culinair hoogstandje. In lijdende vorm, wel te verstaan.
Zodoende was het evenmin mogelijk regelmatig mijn haar te wassen.
Het was in een periode dat ik een langharig kapsel had.
Om toch een beetje verzorgd bij de meisjes over te komen, gebruikte ik toen maar ‘droogshampoo’.
Droogshampoo was een soort waspoeder dat je door je haar kamde. Na zo’n behandeling leek het of je haar gewassen was. Bovendien verspreidde het een redelijk frisse geur. Schoon werd je haar er echter niet van, het zag er alleen wat minder vet uit.
Een bijkomend voordeel was dat je haar veel stugger aanvoelde en beter in model bleef zitten. Heel handig voor mensen zoals ik die kampten met slap haar.
Mijn haar voelde na een dergelijke nepwasbeurt aan alsof ik een week met cement had gewerkt.

Als we in Driebergen in ons vakantiehuisje in Het Grote Bos vertoefden, waren de omstandigheden een stuk geriefelijker. Onze ‘bungalow’ was voorzien van een heerlijke douche. Het hete water stortte er met bakken tegelijk omlaag. Alles dankzij de grote elektrische boiler die er was geïnstalleerd.
Dat veroorzaakte wel weer een ander probleem. Als iemand net had gedoucht, moest een volgende stortbadklant soms een half uur wachten. Zolang duurde het voordat de boiler weer genoeg heet water had aangemaakt.

Op een avontuurtje in het Grote Bos in de winter wilden mijn meisje en ik na een romantisch ‘onderonsje’ nog even lekker samen douchen.

Het vroor dat het kraakte. Voor alle zekerheid had ik de boiler ruim van tevoren op de heetste stand gezet.
Zodoende was de boiler al gevuld met heet water, terwijl de waterleidingen in de douchecel nog halfbevroren waren.
Toen we eenmaal genoeglijk stonden te douchen, dacht ik met wat heet water de koude leidingen wat verder te ontdooien.
Tot onze grote schrik barstten die leidingen op diverse plaatsen tegelijk open. Een indrukwekkend waterspel ontvouwde zich voor onze ogen.
Buiten in een put, onder een betonnen plaat, bevond zich de hoofdkraan van de bungalow. Zo snel mogelijk dook in mijn blootje in de put om die kraan af te sluiten, hetgeen me niet volledig lukte.
Alle snelle ingrepen ten spijt, toen mijn ouders en de rest van het gezin aan het begin van het weekend de bungalow betraden, was de ellende niet te overzien. Zodra de deur naar de badkamer werd geopend, openbaarde zich daar een werkelijk verpletterend winters Siberisch tafereel. Het deed denken aan het beeld van de ijzige villa in een scène van de film ‘Dokter Zhivago’.
Iedereen was sprakeloos. Ook ik was een en al verbazing.
Toen ik mijn vader vroeg of hij de laatste keer soms vergeten was de leidinkjes af te tappen, leverde hem dat subiet een kwaaie blik van mijn moeder op.

EINDE

Voor alle verhalen klik op: Verhalen

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: