Meer of minder Kozakken

MEER OF MINDER KOZAKKEN
Geschreven door Bert Plomp

Met veel plezier denk ik terug aan de tijd dat we regelmatig op tv werden verblijd met zang en dans van de zijde van de Kozakken.
Hoewel Ivan Rebroff geloof ik geen echte Kozak was, trad hij wel als zodanig op en zong prachtige dienovereenkomstige liederen. Hij kon zowel heel hoog als heel laag zingen. Hij had een bereik van vierenhalve octaaf.
Hij werd altijd vergezeld door een groepje mannen die, ogenschijnlijk zonder enige moeite, in een zittende houding en in een razend tempo van uiterst links tot uiterst rechts over het tv-scherm huppelden en daarbij fanatiek in de handjes klapten.
Van zulk volk word ik blij en daarvan zou ik veel meer representanten in de Nederlandse samenleving zien worden opgenomen.
Voor mij dus meer Kozakken. Minder zal trouwens moeilijk te verwezenlijken zijn, want ik denk dat we vrijwel geen Kozakken in Nederland herbergen.
Ik vind het trouwens heel normaal dat je als volk, als politiek, als Nederland, als individu je kunt uitspreken over de mate waarin je leden van welk volk, van welk geloof of van welke afkomst dan ook binnen jouw landsgrenzen wilt huisvesten, of je bereid bent daarvan meer of minder in jouw samenleving op te nemen.
Natuurlijk heb je onder de Kozakken ook Klootzakken, zoals onder ieder volk, ras of groepering. In de tweede wereldoorlog vochten bijvoorbeeld Kozakken zij aan zij met de Nazi’s tegen Stalin, tegen de communisten.
Nu zouden velen zeggen: “Goed gedaan Kozakken”. In die tijd waren er aan “onze zijde” trouwens weinig mensen rouwig om dat de Duitsers (en de Kozakken) het communisme probeerden de kop in te drukken.
Zoals ik al zei, ieder volk etc. kent zijn eigen klootzakken, die het voor de goedwillenden verzieken.
In Nederland kampen we met het probleem dat er relatief veel niet-goedwillende Marokkaanse Nederlanders zijn die de samenleving willens en wetens ellende bezorgen en zodoende het aanzien van de gehele groep negatief beïnvloeden.
Binnen dit laatste kader heeft Geert Wilders van de PVV op een bijeenkomst de toehoorders gevraagd of ze meer of minder Marokkanen in Nederland willen hebben. Daarop werd door de toehoorders gescandeerd: “Minder, minder …..”.
De rechter heeft Geert Wilders daarvoor inmiddels veroordeeld zonder hem een straf te hebben opgelegd.
Hoewel de verdediging van Wilders aanvoerde dat de vraagstelling over meer of minder Marokkanen binnen de context van criminele Marokkanen beoordeeld moest worden omdat daaraan bij eerdere gelegenheden steeds werd gerefereerd, had de rechter geen gewillig oor voor dit argument. De rechter vond dat Wilders dit direct bij de gewraakte vraagstelling had moeten duidelijk maken. Inmiddels is Wilders in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van deze rechter.
Ik worstel met een aantal aspecten aan deze zaak. Om te beginnen vind ik het, zoals eerder gezegd, een recht om te bepalen “wat voor een volk je in je huis haalt” en dat impliceert eveneens hoeveel van dat volk.
Het is aan de Nederlanders te bepalen of er meer of minder (dan voorheen) Marokkanen tot het land worden toegelaten. Om dat te weten te komen is het voor de hand liggend de mening van het volk daarover te vragen, dunkt mij.
Over de toestroom van Polen naar Nederland is ook veel te doen geweest de afgelopen jaren. Hoeveel instanties en individuen hebben zich daarover wel niet negatief uitgelaten, zonder dat ze vervolgd zijn.
Okay, sommige Polen in Nederland zijn niet vies van een alcoholische versnapering en dat leidt wel eens tot problemen. Maar in het algemeen zijn het harde en kundige werkers. Bovendien verdienen de Polen onzerzijds een zeker krediet: ze hebben voor de bevrijding van ons land gevochten in WO-II.
Wat ik verder vreemd vind, is dat de vraagsteller in de persoon van Wilders veroordeeld wordt en niet de personen die het door andersdenkenden verwenste antwoord van “Minder, minder ….” scandeerden.
Verder komt het mij onwaarschijnlijk voor dat, indien het bij de bevraging aanwezige volk luidkeels “Meer, meer ….” had gescandeerd, Wilders ook in het beklaagdenbankje was beland.
De rechter zal wel overwogen hebben dat Wilders al wist dat de reactie “Minder, minder …” zou zijn, beoordeeld binnen de context dat bij eerdere gelegenheden steeds werd gerefereerd aan minder Islam en minder (criminele) Marokkanen.
Bij de veroordeling neemt de rechter dus enerzijds niet in aanmerking dat Wilders zijn vraag stelde binnen de context van criminele Marokkanen en anderzijds wel in aanmerking dat Wilders zijn vraag stelde binnen de context dat hij bekend was met het antwoord. Terwijl beide aspecten, beide contexten, een rol speelden in het voortraject van de bewuste bijeenkomst. Dat noem ik meten met twee maten.
Nu we het toch hebben over “Meer en minder”, sluit ik af met het volgende.
In het televisieprogramma “Opsporing verzocht” zou ik gaarne verhoudingsgewijs meer Nederlandse Nederlanders willen zien, die opgespoord moeten worden, en veel minder Marokkaanse Nederlanders, Turkse Nederlanders, Afrikaans-Surinaamse Nederlanders en Afrikaans-Antilliaanse Nederlanders. Met andere woorden: aan de oververtegenwoordiging in de criminaliteit van de laatstgenoemde groeperingen moet met kracht paal en perk worden gesteld, niet in de laatste plaats in het belang van de goedwillende medelanders uit deze groeperingen zelf.
Wat de presentatie van het programma betreft, die mag wat mij betreft in handen worden gegeven van vertegenwoordigers uit dezelfde groeperingen die aan de goede kant van de samenleving opereren.

EINDE

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/