Onvoltooid verleden tijd

ONVOLTOOID VERLEDEN TIJD
Geschreven door Carla Maaswinkel

“Er gaat geen dag voorbij, of ik ontdek wel een geheimpje over je opa”, zegt oma monter terwijl ze voor haar kleindochter een kopje thee inschenkt. Die weet niks beters te doen dan maar een beetje naar buiten te kijken. De tuin in, waar het vroeger zo biljartlakengladde gras opeens wemelt van de molshopen. “Daar mag u wel eens wat aan doen, omi”, zegt ze zachtjes, “uitroken, of mollenklemmen, of doodslaan met een schep!” Oma schudt haar grijze hoofd. “Niks mollen” zegt ze, “daar ligt opa, midden in al die geheimen van hem. Ik heb er na zijn dood al twintig ontdekt en die schrijf ik dan op een papiertje en dan moet ik ervan huilen en dan stop ik ze onder de grond. Dan kan ik ze tenminste zien. Wil je een koekje, kind, zelf gebakken.?” Het meisje kijkt haar oma verbijsterd aan. Ze heeft in het dorp wel eens iets gehoord over opa en de oorlog, over opa en zijn eeuwige geflirt, maar wat haar oma nu zegt! “Omi, u en die gekke verhalen over vroeger. U fantaseert natuurlijk weer.” “Over dit soort dingen fantaseer je niet, kind. Je opa was een lieve man maar je zult het gezegde wel eens gehoord hebben ´in elke stad een schat´. Een zeeman neemt het niet zo nauw met trouw en je opa, nou dat was een échte zeeman, neem dat maar van mij aan.” De oude dame pakt haar kopje met twee handen vast. De thee schommelt over de rand. Marieke ziet de ogen van haar oma plotseling wegzakken, zoals de laatste tijd wel meer gebeurt. Van de fiere dame van vroeger is weinig meer over. Ze ziet haar oma dan ook echt niet met een schop in de tuin spitten om briefjes te begraven. Plotseling zakt het hoofd met de gepermanente krullen wat naar voren en haar omi verdwijnt in een wereld die oneindig vaag lijkt en waar zij haar niet kan bereiken. Ze pakt het kopje uit de handen van de vrouw en brengt het theeblad naar de keuken. Terug in de kamer bekijkt ze de zwart-wit foto van haar opa, die ietwat schuilgaat achter de andere lijstjes op de schoorsteenmantel. Ze heeft hem nooit gekend maar het was zo te zien een knappe man. In een uniform van de Marine kijkt hij haar lachend aan. Ze moet haar moeder toch eens wat meer details vragen over haar opa. Was hij echt zo´n charmeur? Ze knuffelt de oude vrouw even, snuift de bekende geur van lavendelzeep op en zegt haar dan gedag. De vrouw groet haar niet terug.

Marieke fietst naar huis en als ze de keuken binnenkomt, zit haar moeder aan de grote tafel reclameblaadjes te lezen. “Dag kind, fijn dat je thuis bent. Ik dacht dat je langs omi zou gaan? Ik heb net gebeld maar ze nam niet op.” “Ik was er ook, mams, maar toen ik weg ging was ze een beetje ingedommeld. Ik geloof niet dat het zo goed met haar gaat, mam. Ze vertelde zoiets raars. Ik dacht dat er molshopen in de tuin zaten maar ze zei, dat ze briefjes in de tuin had begraven. Geheimpjes over opa.” “Je vader zou er wat aan doen, aan die molshopen, bedoel ik. Briefjes over opa, zeg je? Wat raar! Ze is inderdaad de laatste tijd nogal afwezig. We vergeten dat ze al 90 jaar is. Ze heeft zich tot nu toe altijd goed gered in dat grote huis.” “Dat wel, mam, maar ze heeft ook wel veel hulp van iedereen, toch? Kijk maar wat u allemaal doet. Maar wat voor geheimen zijn er te vertellen over opa? Wat was het voor een man? Die toespelingen van omi maken me toch wel erg nieuwsgierig.” “Jouw opa was een mieterse man. Hij was weinig thuis, dat wel. Altijd op zee maar als hij thuiskwam, dan was het feest. Cadeautjes, nieuwe kleren. Er was altijd heerlijk eten, vooral de nasi goreng van de Marine was een traktatie en omi was dan zo blij. Ze leefde helemaal op. Het is heel moeilijk om met een zeeman getrouwd te zijn. Ik denk dat je erg uit elkaar groeit. Je ziet elkaar maanden niet en in opa´s geval was dat soms meer dan een jaar. Toen ik uit huis ging en je oom een paar jaar daarna ook, toen was het wel heel eenzaam voor haar. Het bericht dat hij aan boord een dodelijk ongeluk had gekregen, was echt verschrikkelijk. Ze had alleen een bericht maar geen lichaam. Hij kreeg een zeemansgraf in de Indische Oceaan waar het schip patrouilleerde. Dat was toen gebruikelijk. Een andere mogelijkheid om een overledene van zee naar het vaste land te brengen was er nog niet. Zeker als het schip midden op de oceaan voer. Veel later kreeg ze opa´s spullen thuisbezorgd. We hebben nooit gezien wat het was en er naar vragen werd acuut afgewimpeld. ´Als ik dood ben, dan gaan jullie maar snuffelen. Nu niet! ´

Marieke, ze was toch niet ziek toen je bij haar wegging vanmiddag? Ik maak me nu een beetje zorgen. Weet je wat, ik ga straks nog wel even bij haar langs. Misschien dat pappa dan even meegaat om naar die molshopen te kijken. Dan kan ik gelijk haar wasgoed meenemen. Briefjes begraven, die oma toch! Nog altijd vol fratsen.”

De oude dame was uit haar slaapje opgeschrikt toen Marieke de voordeur in het slot liet vallen. “Sla toch niet zo met die deur, kind. Je leert het ook nooit. “Kaarsrecht zit ze in haar stoel. ‘Was het wel zo verstandig geweest om het meisje over die briefjes te vertellen? Maar ze heeft eigenlijk bewust een hint gegeven en die zal ze thuis doorgeven. Dat was wel de bedoeling! ´ Ze staat op en loopt langzaam de trappen op naar haar slaapkamer om even te gaan liggen. Ze heeft nog zoveel te doen. De tijd dringt, dat voelt ze maar al te goed. Ze is zo moe, zo ontzettend moe. Haar gedachten zwerven ook vandaag weer naar het verleden. Naar haar huwelijk en de dag dat ze het bericht kreeg dat haar man was overleden. Hij was al meer dan een jaar niet thuis geweest. Later werden zijn bezittingen in een grote jute zak bij haar bezorgd. Lang had het geduurd voor ze de moed had die uit te pakken. Het voelde als heiligschennis, ook al had de inhoud aan haar echtgenoot toebehoord. Wat ze had aangetroffen, had haar overstelpt. De sindsdien opgekropte gevoelens hadden zich als een ettergezwel in haar geest genesteld. Ze had o.a. afgesloten logboeken gevonden. Met de sleutel die ze in zijn grote zwarte beurs had gevonden, kon ze de in leer gebonden boeken openen. Het bleek al gauw, dat haar echtgenoot zijn logboeken minutieus had bijgehouden. Ze was begonnen met boek nummer één, geschreven in 1942. Het is oorlog en zijn ontboezemingen omschrijven het gevaar op zee, de eenzaamheid, het verlangen naar vrouw en kinderen. De strubbelingen aan boord, het ondermijnde gezag. De nooit aan haar vertelde geheimen over de oorlog op zee worden nauwkeurig belicht in een bijna kalligrafisch handschrift. Ze werd alsnog deelgenoot van zijn roerige leven.

Het tweede boek begint met de datum augustus 1945. De oorlog is voorbij. Groot verlof en hij mag naar huis. Naam en toenaam worden genoemd van het gezin waar hij naar toe reist en dat is niet haar gezin. Er volgt een uitvoerige liefdesverklaring voor een Balinese vrouw en haar zoontje, ook zijn zoon. Hij trouwt met haar tijdens het lange verlof en een schuldbekentenis volgt over zijn bigamie, zijn wroeging richting dat andere gezin in Holland. De geheimhouding voor de Marine, voor zijn vrienden aan boord. De kwellingen die daarmee gepaard gingen. Ze had foto´s gevonden van een kleine, mooie Indische vrouw met een baby op haar arm. Foto´s van nog meer baby´s. Een tweeling, ongeveer de leeftijd van haar zoon.

Boek drie bevat uitvoerige details over hoe hij de liefde bedreef met die andere vrouw, pornografisch gespecificeerd. De verlofperiodes worden steeds meer op Bali doorgebracht en daarmee wordt de verwijdering van de familie in Nederland een feit. Het was haar duidelijk geworden waarom haar man niet naar Nederland kwam, ondanks de verplichte verlofperiodes. Invallen voor collega´s die een inheemse ziekte hadden opgelopen werden regelmatig in de schaarse briefwisseling die hij onderhield met zijn vrouw in Nederland als aannemelijk excuus naar voren gebracht. Zij accepteerde. Zij hunkerde naar zijn liefde. Haar kinderen vervreemden van hun vader. Ze kon geen wraak nemen, want hij was dood maar soms had ze hem in gedachten met een broodmes in stukken gesneden. Er was geen lichaam geweest, ze had hem al meer dan een jaar niet gezien. Haar haat was intens, zo sterk dat ze ervan overtuigd was dat haar kinderen door haar gedrag erachter zouden komen dat hun vader een regelrechte schoft was geweest, dat ze halfbroertjes en zusjes hadden. Zou hij ooit vergiffenis hebben gevraagd voor zijn ontrouw. Waarschijnlijk niet.

Sinds kort heeft ze diverse pagina´s uit de boeken gescheurd en in plastic zakjes verdeeld met een briefje van haar erbij, waarin ze haar woede uit. Met moeite heeft ze die ´s nachts achter in de tuin begraven, niet al te goed, want de plekken moeten zichtbaar blijven. Nu heeft ze een gedeelte van de sluier van het grote levensgeheim tijdens een gesprekje met haar kleindochter opgetild. Dat moest, ze kon niet langer wachten. Ach, wat maakt het nu nog allemaal uit. Jarenlang was het voor haar een onvoltooid verleden tijd. Ze heeft niet echt iets groots gedaan in haar leven. Ze is niet eens aardig geweest zodat ze intens gemist zal worden. Misschien is het helemaal niet zo´n groot gemis als zij sterft. Ze is er klaar voor. Ze heeft al haar haat en onbegrip in plastic zakjes gestopt. Alleen het laatste boek, met de vulgaire details. Die bladzijden moet ze nog begraven. Ze wil die eerst nog een keer lezen, zich nog een keer voorstellen hoe het had kunnen zijn in haar verdorde bestaan. Ze slaakt een diepe zucht en sluit haar ogen.

EINDE

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/