Aflevering 4: Het is wit met bruin

HET IS WIT MET BRUIN 
Geschreven door Gerda ten Wolde

De volgende dag ben ik voor dag en dauw van huis gegaan, want ik wilde niet het risico lopen dat ik haar van het grote huis weer tegen zou komen. Je moet nu niet denken dat ik bang ben, maar geef toe …. een beetje vreemd is ze wel.

Ik was alweer langer weggebleven van huis dan de bedoeling was geweest, dus op een holletje ben ik weer terug naar huis gerend. Bij de heg rond de tuin stond ik even uit te hijgen toen ik haar van het grote huis alweer zag aankomen. En ja hoor, ze ging meteen door naar de bielzen rond het bloemenperkje en stond ongegeneerd bij mijn huis naar binnen te gluren.

Ik schaam me er eigenlijk wel een beetje voor dat ik zo op haar afgeef, want ik hoopte toch stiekem dat ze weer een druif zou neerleggen. Helaas, ze heeft er iets anders neergelegd. Ik ben maar even achter de heg weggekropen zodat ze me niet kon zien, want echt vertrouwen doe ik haar van het grote huis toch nog niet. Toen ze weer wegliep ben ik voorzichtig achter de heg langs gelopen. Bijna aan het einde van de heg is een plekje waar ik zo, ongezien vanuit het grote huis, naar mijn huis toe kan lopen. Nadat ik nog even goed had gekeken of zij van het grote huis wel echt weg was, ben ik eens gaan kijken wat ze nu weer had neergelegd. Het is een stukje van iets, wit met een bruin randje eraan. Dat witte spul is zacht, maar dat bruine spul is iets harder. Heb het maar mee naar binnen genomen en zal straks wel kijken of je het kunt eten of dat je er je er iets mee moet doen. Geen idee. Ik zal het wel voorzichtig proeven, maar als het niet te eten is of niet lekker smaakt, gooi ik het zo weer naar buiten. Dan mag zij van het grote huis het zelf opruimen. Ze moet niet denken dat ik haar rommel op ga ruimen.

De laatste tijd begint zij van het grote huis er een gewoonte van te maken om allerlei heerlijke dingen op de stoep te leggen, dus leek het mij wel zo netjes om maar eens een praatje met haar te maken. Dus toen ik haar weer zag aankomen ben ik naar buiten gegaan. Ik kijk haar aan en zeg tegen haar: “Dag buurvrouw, ik zal me maar eens even voorstellen. Mijn naam is Henriëtte Josephine.” Wat denk je ……. niets, helemaal niet. Net als die eerste keer stond ze alleen maar doodstil te kijken. Het leek wel of het niet eens tot haar doordrong dat ik iets tegen haar had gezegd. Nu moet ik zeggen dat ze wel heel erg aardig naar me keek, hoor. Ik was ook geen moment bang, maar vreemd is het wel. Na verloop van tijd ben ik maar weer naar binnen gegaan, want om elkaar nu aan te gaan staan kijken zonder verder iets te zeggen is natuurlijk ook niet normaal. Nog geen minuut later zie ik dat zij van het grote huis alweer voor de deur staat. Vanwege de lieve vrede ben ik ook maar weer naar buiten gaan. Dat werd even flink schrikken. Meteen nadat ik mijn hoofd om de hoek stak kwam er een enorme flits, recht in mijn gezicht. Ik zag ineens helemaal niets meer, nou, misschien wat sterretjes. Je kunt het geloven of niet maar ik maakte echt een sprongetje van angst. Dat vond zij van het grote huis dus erg leuk, want ze lachte en zei iets wat op MUIS leek. Terwijl ik nog even beduusd van de schrik zat bij te komen vlogen de flitsen me om de oren. Dat deed zij van het grote huis met dat ding in haar handen, waar ik je al eerder over heb verteld.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/