Het Amsteltje

HET AMSTELTJE
Geschreven door Kees van het Duin

Moos was, wat ze zeggen, een echte Jood. Had het kamp wonderbaarlijk genoeg overleefd. Hij had een ander idee bij dit leven. Hij was dagelijks blij dat hij er nog was. Hij gaf er ook niet veel om. Want hij wist als geen ander kennelijk hoe weinig het waard is.
In café het Amsteltje zat hij bijna dagelijks. Ja, wat te drinken, maar vooral muntjes in een gokkast te mieteren. En als de muntjes op waren. Dan moesten er weer nieuwe muntjes komen.
Je kon de klok er bijna op gelijk zetten. Als je daar in dat café aan de bar zat en Moos was bezig waren er twee opties. Moos pofte er nog een meier bij, of ineens stond er een drankje voor je neus. Dan had je niet opgelet. Want die rammelkast geeft al die muntjes niet terug zonder een hoop kabaal.
Iedereen had wel wat met Moos. Ja. Het barpersoneel vond het soms ook wel wat hoor. Nog een keer 200,- als er al 300,- gepoft staat.. wat te doen? Maar Moos kreeg het altijd weer voor mekaar.
En als die kast begon te rinkelen was iedereen spekkoper. Drankje hier, drankje daar. Voor iedereen.
Moos was een beetje mager. Hij at niet zoveel. Eén van die stamgasten van dat café het Amsteltje bracht Moos wel eens wat te eten bij hem thuis. Meestal verse vis, want daar hield Moos van. En die gast had natuurlijk al drankje na drankje van Moos gehad, eerder.
Die stamgast begreep pas hoe het echt zat, toen hij Bram zag. Die hield ook van vis. Bram was inmiddels 16 jaar oud en een nogal fors uitgevallen rode kater. Moos z’n gokkast muntjes waren kennelijk vooral ingewisseld voor Bram z’n vis.
De familie van Moos vond het maar niets waar hij dagelijks uithing. Spraken er schande van. En dat publiek ook van café het Amsteltje. Dat was volgens hun wel het ergste soort.
Moos hoorde op een dag nog een keer die kast rinkelen. Maar dat was dan ook wel z’n laatste keer.
De familie belde met de kroeg. “We willen jullie niet zien op zijn begrafenis’
Maar daar hadden ze lak aan in de kroeg. Ineens hadden die notoire alcoholisten, profiteurs, en ander ongeregeld zowaar een pak aan. Met meer dan honderd man stonden ze daar bij dat graf van Moos.
Nadat Moos ter aarde was besteld was er geen houden meer aan. Het hele zootje keerde terug naar de kroeg. Bitterballen, drankjes. Niet dat Moos het nog kon betalen. Maar herinnering maakt dorstig. De telefoon ging in het Amsteltje. De familie van Moos was in tranen. Zoveel respect voor Moos hadden ze nooit verwacht. En zeker niet van die vage figuren uit de kroeg. Het was ook best onverwacht.
De eigenaar van de kroeg zei later. “Ik wil graag dat ik mijn klanten morgen weer zie, Moos had best een flinke bon” Nou.. jammer dan voor de kroegbaas, vonden allen. Vervolgens gaf dezelfde kroegbaas een rondje van de zaak. ”Op Moos”.

EINDE

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/