Aflevering 2: De huwelijksreis

DE HUWELIJKSREIS
Geschreven door Gerda ten Wolde

De dag na het huwelijksfeest zijn mijn ouders vertrokken van het château, op zoek naar eigen woonruimte.

De schuren leek mijn ouders geen goed plan, want zoals mijn moeder niet echt welkom was op het château, was mijn vader geen graag geziene gast in de schuren. Hij was natuurlijk niet echt van adel, maar doordat hij op het château was geboren, genoot hij wel hoog aanzien en dat ging niet samen met de eenvoudige bewoners van de schuren.

Nu was er in de nabijheid van het château een camping met tenten, caravans en campers.

Mijn moeder had die dingen al vaker van dichtbij gezien, maar mijn vader was eigenlijk nooit buiten het park van het château geweest en vond de tenten maar enge dingen. Later bleek dat hij eigenlijk alleen vreselijk geschrokken was door de felle kleuren van het tentdoek. Daardoor vielen ook de caravans af, want die hadden ook vaak felgekleurde voortenten. Toen viel hun oog op een grote witte camper, die toevallig de luifel niet uit had staan, anders waren ze vast ook daar aan voorbij gegaan.

De camper was voorzien van een handig trapje, dus na een aantal keren springen lukte het naar binnen te gaan. Het was er lekker warm en onder de bank bleek voldoende ruimte om te wonen. Ze hebben er van alles naartoe gesleept. Stukjes papier, plastic, dopjes van eikeltjes en van hertenharen, afkomstig van de herten op de hertenweide van het château, maakten ze een nestje.

De mensen van de camper aten wel eens binnen en met een beetje geluk vielen er wel eens kruimels of iets dergelijks op de grond. Zo voor het oprapen. Mijn ouders hadden het heel erg naar hun zin. Het was de perfecte woning.

Tot op een dag …… paniek, lawaai, deuren dicht, geen redden meer aan. Die camper begon lawaai te maken en begon te bewegen. Mijn ouders kropen zover mogelijk onder de bank en hielden zich muisstil. Ach, wat een leuke woordspeling.  Het duurde uren, misschien wel dagen, in ieder geval heel lang voor die camper weer stil stond en de mensen de camper verlieten om hun eigen, gewone huis binnen te gaan. In plaats van een eigen huis werd het dus een huwelijksreis met verstrekkende gevolgen. Er was geen weg meer terug, met emigratie van Frankrijk naar Nederland tot gevolg.

Om een lang verhaal kort te maken; het waren de mensen van het grote huis, waar ik nu in de achtertuin woon. Mijn ouders zijn hier toen in de garage van de buren gaan wonen.

Daar wonen mijn ouders al een hele tijd en daar zijn mijn zusje Charlotte Antoinette en ik ook geboren. De kat van de buren is mijn ouders onlangs haast noodlottig geworden. Je kent dat type wel; een grote rode kater, met zo’n dikke chagrijnige kop. Altijd op jacht naar iets wat hij verscheuren en verslinden kan. De schrik van de buurt. Je wilt niet weten hoe bang mijn zusje en ik voor dat beest zijn en met ons vele buurtbewoners .

Maar zowel Charlotte Antoinette als ik hebben gelukkig ons eigen huis, want die garage met die Killer Cat zou natuurlijk geen optie meer  voor ons zijn geweest. Mijn ouders overwegen trouwens nu ook elders een nieuw holletje te zoeken.

Ik woon dus achter in de tuin van het grote huis van die luitjes van die camper. Het huisje is geweldig hoor in een bielzen balk en vlak bij de druivenrank. Kom binnenkort maar eens buurten. Gezellig, want zo vaak krijg ik geen bezoek.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/