COÏNCIDENTIES
Geschreven door Karin Sloot
Gisteren gaf de lamp in mijn toilet de geest. Lastig, want ik had geen reservelamp in huis. En ik zie graag wat ik doe. Ik zou u met dit onbeduidende ongemak van huiselijke aard ook niet hebben lastiggevallen, als het niet enige onvoorziene gevolgen van wat verderstrekkende aard tot gevolg had. Zo was mij dus de vermelding van mijn vroegere leraar Nederlands op de wc-kalender ontgaan, want hij was gisteren jarig en ik verkeer sedert een aantal jaren na mijn eindexamen op dusdanig vriendschappelijke voet met hem, dat ik gisteren ongetwijfeld even langs zou zijn gegaan als ik door de kalender aan zijn 58ste verjaardag was herinnerd.
Dus hem vanmorgen met het schaamrood op de kaken maar even gauw gebeld, toen het eerste daglicht op de kalender viel en mijn omissie dus aan het licht kwam.
Maar zoals zo vaak had dit nadeel ook weer zijn voordeel, want ik werd heel vergevingsgezind uitgenodigd om vanavond een glaasje te komen drinken. En ook de plotseling bij me opgekomen vraag, of ik nog iemand mee mocht nemen, werd gastvrij en bereidwillig gehonoreerd. Dat mocht.
Toen ik Joke even later belde, was ze net bezig, de boodschappen in haar auto te laden. Ik hoorde wat flessen rinkelen en een zak aardappelen in de bagageruimte gegooid worden. Het kan ook een zak uien geweest zijn.
“Wacht even, ik ga gauw in de auto zitten, want het is hartstikke koud”, zei ze, nadat ze de achterklep had dichtgegooid.
“En, al een keuze kunnen maken”, vroeg ik, toen ik haar het portier had horen sluiten.
“Nee, en ik geloof, dat ik er maar vanaf zien. Na die brief van Harrie heb ik het gevoel, dat al die mannen, die hebben gereageerd, misschien wel getrouwd zijn. Trouwens, het mooiste heb ik je nog niet eens verteld”.
“Doe dat dan maar gauw”, zei ik, best nieuwsgierig.
“Toen ik vorige week telefonisch die contactadvertentie aan de krant opgaf…’alleenstaande vrouw (60), brede culturele belangstelling, zoekt contact met… enzovoort’, vroeg de man van de advertentieafdeling: “Moet-ie er vandaag nog in?” En ik had niet eens zo gauw in de gaten wat hij bedoelde…”.
“Ja meid…. mannen… het is altijd hetzelfde liedje”.
“Misschien moet ik lid worden van een bridgeclub. Of een wandelvereniging of zoiets en kom ik daar iemand tegen. Je weet maar nooit hoe een haas nog eens een koe kan vangen…”.
“Een stier, in dit geval. Maar wacht nog even. We zijn vanavond bij Bob uitgenodigd, je weet wel, mijn vroegere leraar Nederlands”.
“Ja ja, die heb ik een paar keer bij jou ontmoet. Maar hoezo WE?”
“Hij heeft gevraagd of ik vanavond een glaasje kom drinken. Hij was gisteren jarig. En hij vroeg of jij misschien mee wilde komen”.
“Ik? Waarom ik?”
“Wat dacht je zelf…?”
EINDE
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: