Aflevering 61: De Camargue

DE CAMARGUE
Geschreven door Gerda ten Wolde

Afgelopen nacht heb ik goed geslapen en werd uitgerust wakker. Wat zou deze nieuwe dag ons brengen. Blijven we hier of gaan we verder.
Het antwoord liet niet lang op zich wachten. We gingen verder.
Verder betekent een nieuw avontuur, maar ook dat we steeds verder van Hortense geraken.
“Henriëtte Josephine, ophouden met het hebben van zelfmedelijden. Je kind is gelukkig, dus moet jij niet gaan zitten janken. Ga door met je leven en maak er iets moois van.” Zo, ik heb mezelf even stevig toegesproken.
We hebben zeker een paar uur gereden, toen het licht in de camper anders van kleur werd. Lichter, stralender. Hoe kan dat nu?!?
Samen met Beau keek ik uit het raam. Het landschap was veranderd. We zagen veel water en riet en zelfs hier en daar paarden die in het water stonden.
Ik had wel eens iets over zeepaarden gehoord. Zouden dit dan die zeepaarden zijn?
Volgens Beau zou dat mooie licht best eens door de schittering van al dat water kunnen komen. Dat zou best kunnen, mooi was het in ieder geval. We keken onze ogen uit en ook Aurélia en Sophietje genoten van het uitzicht.
We naderden een stadje, Saintes-Maries-de-la-Mer, wat een bijzondere aanblik was. Lieflijke witte huisjes met veelal blauwe luiken en een strooien dak, heel veel maneges, een haventje en een kerk en dat alles omringd door zee en moerassen.
Net voorbij het stadje lag de camping, pal aan zee. Ik vond dat er in de rivier de Lot veel water zat, maar in die zee zat nog veel meer water. Zover je kon kijken en dan nog verder. Ook bij de camping zagen we weer van die witte paarden staan, maar nu gewoon in een weide.
Die paarden zie je hier echt overal. Hoeveel het er zijn; ik zou het niet durven zeggen.
Hij en zij wilden weer met de fiets weg, maar Beau en ik hebben besloten dit keer even niet mee te gaan. We zijn moe en gaan even een dutje doen.
Aurélia en Sophietje hadden wel zin in een tripje, dus zij stapten in de tas en …. weg waren ze. Voor het eerst sinds lange tijd waren Beau en ik samen. We voelden ons ineens oud.
Terug op de camping vertelden Aurélia en Sophietje honderduit over wat ze allemaal wel niet hadden gezien.
Ze waren erg onder de indruk van die grote kerk, het hart van het stadje.
Maar ze spraken ook over stoer uitziende mannen die op van die witte paarden door het stadje gingen. Soms met fraai geklede dames die schrijlings voor hen zaten.
Beau en ik hadden meteen spijt dat we niet toch mee waren gegaan. Misschien kregen we morgen nog een herkansing, want we hadden hem horen zeggen dat ze hier wel een paar dagen wilden blijven.
Toen het etenstijd was, gingen hij en zij buiten aan de tafel zitten. Wij konden ons in de schaduw van een Mimosa struik schuilhouden. Er zou vast wel iets vallen, al waren het maar broodkruimels.
Straks maar eens verder op de camping op onderzoek uit gaan. Het was heerlijk warm, dus hij en zij zouden nog wel een tijdje buiten blijven zitten. Ach, een nachtje in de buitenlucht is met deze temperaturen ook geen ramp.
In de verte konden we de zee horen ruisen, wat een heerlijk geluid. Daar zouden we straks vast heerlijk bij kunnen slapen.
Wat was het hier mooi en wat rook het hier heerlijk, beetje zout. Hoe zou dat toch komen?!?
Hij en zij waren klaar met eten en ruimen hun spulletjes op. Wij zagen onze kans schoon en scharrelden snel wat kruimels bij elkaar. Heerlijk joh, kruimels van die lange broden.
Toen hij en zij weer buiten gingen zitten met hun koffie, wat ruikt dat toch lekker, vonden wij het tijd om op onderzoek uit te gaan.
Langs heggetjes konden we ongezien over de camping lopen en kwamen we aan bij een witte muur, na even zoeken vonden we een hek waar we onderdoor konden. Daarachter zagen we meerdere grote bakken water met mensen erin. Wat deden die toch?!
Her en der lagen plasjes water en dat kwam goed uit, want we hadden best dorst. Voorzichtig zochten we zo’n plasje water uit wat een beetje in de schaduw van een stoel lag. Wat zag dat water in die bak en mooi helder uit. We namen een flinke slok en ……. bluhhhh!!!!! Wat was dat water vies van smaak! Zoiets hadden we nog nooit geproefd. Snel wegwezen hier, straks gaan we nog dood door dat water!
Hek door, langs de muur, terug richting camper. Hij en zij zaten nog buiten bij de tafel. Inmiddels stonden er glazen wijn op tafel en naast de tafel stond een wijnfles. Misschien hadden we geluk en waren er wat druppeltjes langs die fles gelopen.
We hebben die nacht heerlijk geslapen, hihihi.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: https://www.facebook.com/groups/377554749281077/