Aflevering 45: Luca én Aurélia

LUCA ÉN AURÉLIA
Geschreven door Gerda ten Wolde

Een tijdje reden we in de auto van Hanneke. We hadden ons verstopt tussen de voorpoten van Balda, want we vonden het wel een beetje eng. Het was toch weer heel anders dan in de camper.
Heel voorzichtig hebben we toch even naar buiten gekeken en weer zagen we de Lot. Die rivier is wel eindeloos lang hoor!
Opeens verdween de Lot, we reden van de rivier weg. In de verte doemde een huis op. “Kijk” zei Balda “Daar woont Luca.” Veel te langzaam naar onze zin naderden we het huis. Zag ik het goed?!? Ja, hoor, daar lag Luca, te slapen bij de deur.
De auto stopte, Luca werd wakker en kwam luid blaffend naar de auto toe. Joh, hij leek wel boos. Maar Balda vertelde dat hij niet boos was, maar waakzaam. Luca zorgt ervoor dat er geen vreemden zomaar het huis binnen kunnen gaan. Gelukkig, maar, want hij zag er best angstaanjagend uit.
Hanneke was uitgestapt en deed een deur van de auto open, zodat Balda eruit kon springen. Wij hingen weer aan haar staart, dus voor ons was het een makkie.
Luca begroette Balda heel enthousiast. Omdat wij aan de staart van Balda hingen, kon Luca ons niet zien. Balda zag daar de lol wel van in en vroeg Luca of hij even naar haar staart kon kijken; het kriebelde zo. Hihihi ….
Luca werd helemaal dol, toen hij ons daar zag bungelen en begon van pure blijdschap al blaffend rondjes te rennen.
Leny en Hanneke kwamen kijken wat er aan de hand was, maar dachten dat Luca alleen maar blij was omdat Balda er was.
“Luca, wat fijn je weer te zien. En wat zie je er goed uit!” Luca was zo blij dat hij ons zag, dat hij mij een dikke hondenknuffel gaf met zijn grote tong. Ik rolde er compleet van ondersteboven. Nu weet je dat ik dol op Luca ben, maar deze lebberpartij vond ik toch wat minder. Maar hij bedoelde het zo lief, dat ik er eigenlijk ook wel weer blij van werd.
Ik kon me niet langer inhouden; ik moest het weten.
“Luca, is Aurélia nog hier of is ze al verder gereisd naar de Provence?”
Luca keek me een beetje droevig aan. “Nee, ze is niet verder gereisd, ze is nog hier.” “Echt waar, o, wat fijn, waar is ze dan?!?” “Het gaat niet zo goed met Aurélia, ze is wat depressief.” “Depressief, zo ken ik haar niet, hoe kan dan nu?” “Ze wil zo graag terug naar de Provence, dat ze ziek is van de heimwee. Helaas is het nog niet gelukt om een lift naar het zuiden voor haar te regelen.”
Dat was een vervelende ontwikkeling. Die arme Aurélia. Was ze terug in Frankrijk, kon ze nog niet naar haar geliefde Provence en was ze ziek geworden van de heimwee. Wat zielig voor haar. Misschien kon ze wel met ons mee, muizen onder elkaar, daar knapt ze misschien wel wat van op.
“Luca, weet jij waar Aurélia is? Ik zie haar nergens.” “Ze zit meestal ergens verstopt in het huis, want ze is bang voor de kat.” “Kat?!? Zitten hier ook alweer katten. Griebeltjes, zijn we dan nergens veilig?”
Luca liep naar het huis, met Balda in zijn kielzog. Voor alle zekerheid bungelden wij maar weer aan haar staart. Met z’n drietjes in de bek van Luca zou een beetje vol worden.
Luca liep direct door naar de badkamer, althans zo noemde hij die ruimte. Met zijn neus duwde hij de klink van de deur omhoog. Wij lieten ons van de staart van Balda vallen en liepen de badkamer binnen.
“Aurélia, waar ben je?” Niets, dus we riepen nog maar eens “Aurélia, waar ben je?”
Plots hoorden we een zacht piepje en ja hoor, daar was ze. Ze keek ons met grote verbaasde ogen aan. “Henriëtte Josephine, Beau, Hortense, zijn jullie het echt? Hoe kan dat nu, wat komen jullie doen? O, wat ben ik blij jullie te zien!”
Luca fluisterde tegen Balda “Zo opgewekt hebt ik haar in tijden niet gezien.”
“Aurélia, ik hoor van Luca dat het niet goed met je gaat. Daarom stel ik voor dat je met ons meegaat. Ik heb geen idee of wij nog in de Provence komen, maar hier word je ook niet blij van.” Beau keek er heel overtuigend bij toen hij tegen Aurélia sprak. Zij kon dan ook niet anders doen, dan hem gelijk geven.
Luca was heel blij voor Aurélia, want hij vond het niet fijn dat zijn vriendinnetje zo triest was. Hijzelf vond het eigenlijk wel jammer dat Aurélia wegging, want dan was hij zijn vriendinnetje weer kwijt.
Hanneke riep Balda, dus dat betekende dat ze weer naar huis ging. Snel afscheid nemen van onze lieve Luca, want niemand kon vertellen of we hem weer zouden zien. We gingen met z’n viertjes aan de staart van Balda hangen en … hup in de auto.
Dag Luca, dankjewel voor de goede zorgen voor Aurélia. Dag lieverd, ik hoop tot snel!

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: https://www.facebook.com/groups/377554749281077/