Aflevering 39: Bron van geluk

BRON VAN GELUK
Geschreven door Gerda ten Wolde

Beau en ik staan er nog dagelijks versteld van hoe gelukkig we samen zijn. Je hoort om je heen zo vaak dat verbintenissen uitmonden in hevige ruzies, groot verdriet. Wij zijn zo blij dan het in ons gezinnetje zo fijn gaat.
Ons grootste geluk is ons kleine meisje, Hortense. Nou ja, klein!?! Het zal nu echt niet lang meer duren of ze gaat op zichzelf wonen.
Hortense gaat steeds vaker alleen op stap. Van de week nog was ze op zoek naar eten in de tuin. Ze had ontdekt dat er bij het bloemenperkje planten stonden met roze bloemetjes. De zaadjes van die bloemetjes bleken overheerlijk. Ze had er een paar mee naar huis gebracht. Dat was de eerste keer dat we met z’n drietjes hebben gegeten van eten wat Hortense mee had gebracht.
Heel bijzonder, heel emotioneel. Op dat moment realiseerden Beau en ik ons dat het moment bijna daar is. Hortense is volwassen.
Als we nog een keer met z’n drietjes naar Frankrijk willen, moeten hij en zij van het grote huis wel opschieten met hun vakantieplannen.
Hortense vertelde van de week dat ze het wel heel erg leuk zou vinden om naar Frankrijk op vakantie te gaan. Gelukkig wil ze dan wel dat we met z’n drietjes gaan.
Hahaha, ik zie de ontzette blik van juffrouw Van der Spits al, als Hortense in haar eentje zou willen gaan. Zou de geschiedenis zich herhalen.
Over juffrouw van der Spits gesproken. Ze wordt nu wel erg oud, hoor. Ze is ook al wel een jaar of drie, denk ik. Bij haar weet je het nooit zeker, want over alles wat met het verleden te maken heeft doet ze nog steeds heel geheimzinnig.
Het lopen gaat haar steeds slechter af. Dus af en toe brengen Beau en ik haar maar wat te eten. Als je niet of slecht kunt lopen als muis, ben je slecht af, want hoe kom je dan aan eten. Bovendien wordt de kans dan wel erg groot dat je ten prooi valt aan een kat of uil. Wij hadden al gezien dat juffrouw van der Spits een beetje mager werd. Dus moeten wij maar een beetje op haar letten en af en toe wat eten brengen.
Met de vondst van die zaadjes in dat bloemenperkje, door Hortense, is onze voedselvoorraad aardig toegenomen. Juffrouw Van der Spits hoeft dus geen honger te lijden. Zou natuurlijk te gek zijn, zo vlak naast ons huis. Nee, dat mag niet gebeuren. Ze is soms een bemoeizuchtige spitsneus, maar ach, ze bedoelt het ook wel weer goed.
Het is trouwens geweldig om te zien hoe Hortense in die planten klimt op weg naar de zaadjes. Die zaadjes groeien helemaal aan de uiteinden van de stengels. Als een ware acrobate balanceert ze op de stengels. Beau en ik zitten soms met bonkend hart te kijken. Je moet er niet aan denken dat ze valt. Het valt ons moeilijk om niet steeds te roepen “Voorzichtig!”. We moeten haar loslaten, betuttelen is niet goed. Maar, en dat geef ik grif toe, het kost ons moeite.
Misschien moeten we een extra voorraadje van die zaadjes aanleggen om mee te nemen op vakantie. Volgens juffrouw Van der Spits kan zo’n reis wel even duren, dus een voedselpakketje kan dan best van pas komen. Bovendien moeten we bij juffrouw Van der Spits toch ook wat te eten achterlaten, want we weten niet wanneer we weer terug zijn. Dat hangt van hem en haar van het grote huis af.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/