Aflevering 33: Aurelia, wat doe je nu?

AURELIA, WAT DOE JE NU?
Geschreven door Gerda ten Wolde

Sinds mijn klimpartij naar de vogelhuisjes met die verrukkelijke pindakaas en zonnebloempitten, heeft Aurélia toch wel een beetje spijt dat ze niet naar boven durfde te klimmen. Ze vond mij zo dapper en stoer. Gek hè, dat vind ik zelf helemaal niet. Zeker nadat ik er nog eens goed over nagedacht heb. Wat had er allemaal wel niet kunnen gebeuren. Niet te lang bij stilstaan, want dan krijg ik de rillingen.
Aurélia wilde ook wel eens iets avontuurlijke en gevaarlijke doen. Het is maar goed dat ze het van tevoren niet met mij had besproken, want ik had haar absoluut gek verklaard. Wat zij van plan is, is absurd, te gek voor woorden en levensgevaarlijk.
Ze had besloten dat ze wel eens ín het huis van mijn buren wilde gaan kijken. Het huis van Killer Cat. Nou ja, dat is je reinste zelfmoord!!!
Het bleek dat ze het huis al een tijdje in de gaten had gehouden vanachter een grote struik. Killer Cat kwam altijd via een luikje in een deur naar buiten, dus daar kon zij dan wel door om het huis in te gaan.
Op de bewuste dag zat ze weer achter de struik te wachten tot Killer Cat naar buiten kwam. Ja hoor, daar was hij. Met zijn arrogante dikke katerkop liep hij de tuin door en klom over de schutting. De weg was vrij voor Aurélia.
Behoedzaam klom ze door het luikje het huis in, waar ze oog in oog kwam te staan met een mensenkind. Het mensenkind zag Aurélia en riep enthousiast naar zijn moeder: “Mamma, kijk, muis!”
Aurélia bleef natuurlijk de komst van het grote mens niet afwachten en rende de kamer uit, zo snel ze kon.
Via een trap, wat een lastige onderneming is voor een muis met haast, kwam ze boven in het huis terecht. Aurélia had het geluk dat de mensen niet direct achter haar aan waren gekomen, dus ze kon op haar gemak op verkenningstocht.
Al snel kwam ze erachter dat erboven in het huis niets te eten viel te halen. Ze rook niets lekkers, in tegendeel, overal in het huis rook ze Killer Cat, bluh, een walgelijke geur.
Ze besloot dan ook maar weer terug naar huis te gaan. Tot ze in een ruimte kwam waar het heel anders rook. Geen Killer Cat geur, maar ze ving de geur van bloemen, dennengroen en water op. Er hing een, voor muizen in ieder geval, groot ding aan de muur met een klep erop. In dat ding zat water. Helaas waren de muren waar die bak aan hing zo glad, dat klimmen onmogelijk was. Aan de muur hing ook een kast en via een wasmand kon Aurélia daar wel op klauteren.
Even schrok ze zich wild, want aan de muur hing een glimmende plaat waar ze een muis in zag. Zo raar, die muis rook nergens naar en deed precies wat Aurélia ook deed. Vreemd, heel vreemd, maar het leek niet gevaarlijk, want die muis zag er, volgens Aurélia, heel vriendelijk uit.
Voor die glimmende plaat zat weer een glimmend ding waar water uit druppelde en in de bak zat een klein beetje water. Dat stond Aurélia wel aan, want ze had enorme dorst gekregen.
Net toen ze een slokje wilde nemen, kwam, tot haar grote omzetting, het grote mens de ruimte binnen, gevolgd door nog een groot mens en als laatste dat kleintje. Het werd nog druk.

Sorry, lieve Kedi, dat ik je altijd Killer Cat noem, want je bent best lief.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/