DE LOSBANDIGE LOVER
Geschreven door Gerda ten Wolde
Om nog even terug te komen op de losbandige lover van Juffrouw van der Spits. Aurélia is nog eens bij haar vrienden gaan informeren, want die losbandige lover intrigeerde ons toch wel.
Het schijnt dus dat hij Juffrouw van der Spits heeft verlaten voor een piepjong muisje. En dat terwijl hij al ouder was dan Juffrouw Van der Spits. We kunnen dus rustig spreken van een ouwe snoeper.
Dat jonge muisje was er naar verluidt nu ook niet eentje van het fatsoenlijke soort, zeg maar gerust een huppelmuisje. Ze relde en lelde met iedere vent die voorbijkwam. Mooi, lelijk, jong, oud het maakte haar niet uit. Het interesseerde haar ook niet wat voor soort muis het was. Ze zeggen dat ze zelfs lonkte naar mollen en eenmaal zelfs naar een Pyreneese Desman, dat is ook een soort mol, maar wel eentje met een vreemd voorkomen, zeg maar gerust een lelijke engerd.
Die ouwe losbandige lover was een waterspitsmuis, die vanwege zijn vreemde neus en poten menigmaal voor mol werd versleten. Niet gek, want hij heeft een ver verwantschap met de mollenfamilie. Hij kan zwemmen, duiken en loopt zelfs over de bodem van snelstromende wateren. Een vreemde muis dus.
Nadat hij Juffrouw Van der Spits had verlaten, schijnt hij de Lot ingedoken te zijn en na wat omzwervingen kwam hij in Mauroux, een heel klein dorpje aan de andere kant van de Lot. Zoekend naar onderdak kwam hij terecht bij het Chienôtel (hondenhotel). Eerst in het schuurtje, maar daar liep nog wel eens een hond binnen, dus dat was vrij onrustig. Daar trof hij wel het huppelmuisje aan in een hoekje bij wat bloempotten. Later is hij met dat jonge ding verhuisd naar een holletje onder de plankenvloer van de veranda. Hij had ook in de kist met dekens voor de honden kunnen kruipen, maar dan moest er in die kist eerst een gat geknaagd worden en dat was hem te veel moeite.
Hij vond het leven onder de vloer van de veranda prima. Als het lukte de kennel in te komen en de hongerige hondenbekken te omzeilen, kon hij soms wat hondenbrokken te pakken krijgen. Verder waren er tussen de planten en struiken altijd wel wat insecten te vinden. Het huppelmuisje griezelde van dat levende voer. Zij glipte wel eens, op een onbewaakt moment, het huis bij het Chienôtel binnen op zoek naar iets eetbaars. Daar liep ze soms Bellaën, een Hollandse herder, tegen het lijf. In eerste instantie was ze doodsbang voor Bellaën, maar dat bleek absoluut niet nodig, want ze was altijd uitermate vriendelijk, snuffelde wat aan haar, maar liet haar verder haar gang gaan.
Probleem was altijd het losloopuurtje van de honden die te gast waren in het Chienôtel, die kenden ze niet, dus dat was riskant. Eenmaal is hij, de losbandige lover, zelfs geplet door een oude, grote, winderige, chocoladebruine labrador. Niet dat die chocoladebruine kleur er iets toe doet, maar hij had nu eenmaal die kleur. Die labrador ging pardoes met z’n dikke kont bovenop hem zitten. Hij dacht dat hij zou stikken, maar het bleef bij stinken.
De eigenaresse van het Chienôtel, die in het huis met de veranda woont vond de bewusteloze, losbandige lover, maar dacht dat hij dood was. Niet gek natuurlijk als een grote, winderige labrador op een muis gaat zitten. Ze had de losbandige lover op een stuk papier gelegd; klaar om te begraven. Tot ze opmerkte dat hij een beetje bewoog. Behoedzaam pakte ze hem bij de staart op en dipte hem even in een zinken teil met water om hem bij te brengen. Niezend en proestend kwam hij weer bij zijn positieven en beet van zich af. Zij van het Chienôtel liet hem van schrik los. Zodoende kon hij snel terug naar zijn holletje.
Redelijk overstuur vertelde hij zijn avontuur aan dat huppelmuisje, maar het kortzichtige wicht had totaal geen aandacht voor het verhaal van de losbandige lover.
Dat schoot hem in het verkeerde keelgat en met het nodige huiselijke geweld heeft hij haar onder de plankenvloer weggejaagd.
Geen idee wat er van het huppelmuisje terecht is gekomen. Of de losbandige lover nog steeds bij het Chienôtel woont, dat vertelt het verhaal verder niet.
WORDT VERVOLGD
Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: