Aflevering 19: Op reis, maar hoe?

OP REIS, MAAR HOE?
Geschreven door Gerda ten Wolde

“Juffrouw Van der Spits, u kunt wel vertellen dat de reis naar de Provence lang is, maar dat kan me niets schelen!” Henriëtte Josephine klonk een beetje opstandig.
Juffrouw Van der Spits hoorde Henriëtte Josephine aan en kreeg weer een wiebelend neusje en een zeer bezorgde blik. Het kan toch niet waar zijn, dat ze zo’n verre en gevaarlijke reis wil gaan maken, dacht ze. Zo zonder kennis van zaken op reis gaan is gewoon niet normaal. Juffrouw Van der Spits zag het als haar plicht om Henriëtte Josephine nu toch maar eens moederlijk, maar toch ook wel een beetje vermanend toe te spreken.
“Henriëtte Josephine, ik vind je wel heel erg roekeloos. Je wilt op vakantie, wat ik eigenlijk al een bespottelijk plan vind. Je bent een MUIS en geen MENS. En je plan om helemaal naar de Provence te willen reizen, daar heb ik eigenlijk geen woorden voor. Je weet niet eens waar het ligt en hoe ontzettend gevaarlijk het wel niet is om daar te komen. Dat je met de mensen van het grote huis mee wilt geeft wel aan hoe onverantwoordelijk je bent.”
Na deze tirade moest juffrouw Van der Spits gewoon even bijkomen, ze was een beetje achter adem. Henriëtte Josephine keek haar een beetje onthutst aan. Ze was best geschrokken van de uitbarsting van juffrouw Van der Spits. Henriëtte Josephine liep even wat heen en weer en dacht na over wat juffrouw Van der Spits net tegen haar had gezegd.
Plots bleef ze staan en keek juffrouw Van der Spits strak aan.
“En toch ga ik op vakantie, naar de Provence! Ik kruip wel in hun bagage en misschien nemen ze ook wel zonnebloempitten mee, of druiven, of …”
Juffrouw Van der Spits kon haar oren niet geloven, was die Henriëtte Josephine nu zo dom of was ze alleen wat naïef.
“Natuurlijk nemen mensen geen zonnebloempitten of druiven mee in hun bagage, het zijn toch geen MUIZEN.”
“Ach, dat maakt ook niets uit, want ik kan best wel even zonder eten”.
“Even, even … weet je wel hoelang dat even naar de Provence duurt? Dat kan wel een paar dagen zijn!”
“Een paar dagen? Is het dan nog verder dan de stad uit?”
“Lieve kind, ik heb toch al gezegd, dat het heel ver weg is.”
” Echt waar? Ik dacht dat u dat alleen maar had gezegd, omdat u het niet zo’n goed plan vond. ”
“Mag ik je er even op wijzen, dat je naar mij toekomt voor raad. Ik heb al mijn kennis niet vergaard om vervolgens onzin te gaan verkopen.”
“Neemt u mij niet kwalijk juffrouw Van der Spits, u heeft gelijk, u verteld altijd waar het op staat. Maar ik wil toch echt naar de Provence.
” Goed” sprak juffrouw Van der Spits “als ik je dan echt niet op andere gedachten kan brengen, dan moet ik je maar helpen. Maar vergeet niet dat ik het nog steeds een belachelijk plan vind. Ik zal er eens goed over nadenken en dan moet je morgen maar weer even langs komen. Dan zullen we er nog wel even over praten. Nu wil ik eerst even slapen, want je hebt me wel vermoeid, hoor, met je idiote reisplannen.
Henriëtte Josephine ging terug naar haar holletje. Omdat ze eigenlijk ook wel moe was geworden van het gesprek met juffrouw Van der Spits ging ze ook maar even een dutje doen. Ze was vermoeider dan ze verwacht had, want het werd geen dutje, maar een diepe slaap die tot de volgende morgen duurde.
Omdat ze de avond ervoor geen zonnebloempitten had gegeten, kon ze weer een dag beginnen met een zonnebloempit-ontbijt.

WORDT VERVOLGD

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/