Pierlala of Pandora

PIERLALA OF PANDORA?
Geschreven door Carla Maaswinkel

“Heb je iets onder de kurk.?”
“ Witte, rosé of rooie?”
“Wit.”
Gonda pakt een halfgevulde fles huiswijn uit de koelkast en twee glazen van het overladen afwasrek en zet alles op de grote keukentafel.
“Schenk jij maar in Riek, en vertel me dan eens waarom je zo opgefokt bent.”
“Denk jij wel eens aan de dood? Niet? Ik wel, vaak zelfs. Dan vraag ik me af hoe ik zal sterven en wanneer? Ik denk dan aan de mensen die afscheid van mij willen nemen, die naar me staren als ik in een kist lig tussen het witte satijn met een rode roos tussen mijn vingers. Dezelfde kleur als mijn nagellak. Wie er gaat ´spreken´ en wat er naar boven komt aan verhalen. Dan denk ik altijd ´blij dat ik er niet bij ben´.”
“Jakkie Riekie, wat morbide! We denken allemaal wel eens aan de dood, maar zoals jij het zegt, klinkt het alsof je van plan bent morgen naar het hiernamaals te vertrekken.”
“Nou, niet dus. Maar de laatste tijd ga ik met de gedachte aan doodgaan naar bed, ik droom ervan en ik sta met een suffe kop op. Ik word er helemaal tureluurs van. Soms denk ik, dat ik rijp ben voor een psychiater. Ik erger iedereen om mij heen en op mijn werk raadden ze me vanmorgen aan me ziek te melden, want ik zag er niet uit.”
“Dat is waar, je ziet er inderdaad nogal verlept uit.”
“Dank je. Van je vrienden moet je het hebben. Maar is het niet zo, dat wanneer je een droom de volgende dag kunt na vertellen, dat het dan ook echt gebeurt?
Een soort déjà vu?”
“Nog nooit van gehoord Riek. Dromen zijn bedrog. Ik droom vaak van een verrukkelijke kerel met alles erop en eraan en dan weet ik de volgende morgen nog precies hoe hij eruitzag. Jammer, maar ik ben hem nog niet tegengekomen.”
Gonda kijkt naar haar vriendin en ziet dat die bloedserieus is en haar opmerking niet echt kan waarderen. Ze merkt nu ook dat Riekie beeft. Haar sterke vriendin heeft echt een probleem. Ze pakt haar hand en klopt zachtjes op de uitgestrekte vingers.
“Sorry meis, ik plaag je maar. Ga morgen even naar je huisarts. Die kan wat voorschrijven zodat je wat rustiger slaapt. Misschien heb je te hard gewerkt.“
Riekie negeert het goede advies en praat verder alsof ze in trance is.
“Dat dromen is echt heel naar. Ik borduur voort op wat er overdag gebeurt. Dat dood gaan blijft maar terugkomen. Ik sterf echt duizend doden. Letterlijk.”
“Wat droom je dan precies? Wil je het vertellen?”
“Ja, maar val me dan niet in de rede.
Ik krijg een brief van een notaris. Ik erf van een tante, een zuster van mijn moeder. Ik ken het mens niet. Ze emigreerde naar Nieuw-Zeeland toen ze 18 jaar was. Ze was een beetje vreemd. Niemand hoorde meer van haar. Ik werd trouwens naar haar vernoemd, Hendrika Helena.
Ik maak een afspraak met de notaris. Het blijkt, dat ik sieraden erf en een kist met snuisterijen. Er is ook een verzegelde brief, aan mij gericht. De notaris heeft een kopie en raadt mij aan de brief pas thuis te lezen. Hij belooft de kist met spullen naar mijn huisadres te sturen.
Eenmaal thuis, lees ik eerst de brief. Tante Rika vertelt haar verhaal. Ze is zelfs mijn peettante. In de brief staat een opsomming van de sieraden die ze mij nalaat. Een zwartfluwelen zakje bevat veel gouden sieraden en ruwe stenen in een veelheid van kleuren.
Een paar dagen daarna wordt de kist bezorgd. Niet te tillen. Ik laat hem in de kamer zetten en bekijk de buitenkant. Hij komt niet uit Nieuw-Zeeland maar uit Pago Pago. Ik moest opzoeken waar dat ligt. Het is de hoofdstad van Samoa, een eiland in de Stille Zuidzee. In de doos lagen bovenin twee grote enveloppen. Daarin een twintigtal dagboeken, schriften, keurig gedateerd. Veel fotoalbums met voor mij onbekende figuren. Kralenkettingen, fotolijstjes, pakken brieven samengebonden met elastiekjes. Onderin een klein pakje met een pompoen van lintjes er bovenop. Er hangt een kaartje aan. Warning, do not open content, dangerous! At your own risk.
Onder het pakje zit een notitie geplakt. Ik herken het handschrift van de dagboeken.
Tante Rika schrijft, dat het pakje een jade doosje bevat. Het doosje is hermetisch gesloten. Het mag niet worden geopend. De inhoud is dodelijk. Volgens de inlandse begrippen van het eiland Samoa moet degene die het doosje in bezit krijgt, het altijd bij zich dragen. Dag en nacht beschermen en niet in een kluis opbergen. Degene die het bij zich draagt zal een gelukkig leven leiden. Maar……. vooral niet openen. Eigenlijk een soort ´Doos van Pandora´. Ik moest aan voodoo praktijken denken.’’
Riekie rilt.
“Riek, wordt wakker. Het is maar een droom. Het is in feite een prachtig verhaal, maar het blijft een droom. Er zit geen spatje werkelijkheid bij.”
“Dat is het hem nu juist. Tante Rika bestaat echt en we hebben een tijdje geleden bericht ontvangen, dat ze is overleden. Ook de notaris is realiteit, de nalatenschap eveneens. Ik droom de waarheid. Ik ben als de dood. Dat doosje bestaat, want ik heb het bij me. Het is betoverd. Voodoo ………, het kan maar zo met dat gekke wijf.”
“Je bedoelt, dat je droom werkelijkheid is? Ik snap er geen jota van. Je neemt me nu in de maling. Je zit volgens mij in een soort psychose. Dat doosje is niet betoverd. Jij bent de weg kwijt. Hé, kom op meis, waar is je Hollandse nuchterheid gebleven? Waar is dat ding? Laat zien. Ik wed, dat als je het opent er een pierlala uitspringt. ”
“Je mag het niet openmaken Gon. Niet doen. Ik verbied het je.”
Riekie legt een groenig stuk steen op tafel. Het is op sommige plaatsen afgebrokkeld en zo op het eerste gezicht heeft het geen deksel.
Gonda kijkt er met verbazing naar. Toch bekruipt haar enig ontzag. Wat als het verhaal dat ze net heeft aangehoord een grond van waarheid heeft?
“Dus dit brokje steen bevat iets dodelijks. Wat dan? Een beest? Lijkt me stug. Giftige lucht?
Ook niet denkbaar. Oh Riek, doe toch even normaal zeg.”
Gonda pakt de steen op en bekijkt hem van onder tot boven. Dan ziet ze ergens in het midden een dunne groef met aan beide kanten een kleine inkeping. Van een afstand absoluut niet zichtbaar, maar nu ze er met haar ogen zo vlakbij is, zou het een minuscule opening kunnen zijn. Ze duwt haar nagel in het gleufje maar Riekie grist de steen uit haar handen. Ze doet het zo wild, dat het brokje jade over de tafel rolt en met een plof op de grond valt.
Het breekt en ze staren beiden naar de grond.
“Grote Goden Riek. Wat is dat?”
“Niet aanraken Gonnie, niet doen.”
Op de grond, midden tussen de brokstukken, ligt een flonkerende helblauwe steen. Gonda heeft weinig verstand van edelstenen maar zelfs een leek kan zien, dat het hier om een waardevol stuk gaat. Zeer waardevol!
Riekie is een beetje tot zichzelf gekomen en pakt nu de steen kordaat van de grond en laat hem prompt op de tafel vallen.
Het lijkt of de steen leeft, alsof hij beweegt. Hij tovert groene en gele verblindende tinten.
“Riek, daar ligt een fortuin! Niks voodoo. Niks betoverd. Je tante heeft zich gewoon laten bedonderen. Jarenlang. Die heeft nooit geweten wat daar in zat. Wat een idioot. Niet te geloven.
Je bent een rijke vrouw, dame! Verkopen die handel en lekker leven!
Ik doe met je mee.”
Gonda grinnikt en begint dan te schateren.
“Knijp is in mijn armen Riek. Dromen we nu alle twee of is dit echies?”

EINDE

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/