Sambal

SAMBAL
Geschreven door Kees van het Duin

Veel Hindoestanen hadden al een flinke reis achter zich toen ze zich uiteindelijk in een Nederlands provinciestadje vestigden. Eerst uit India, dan via Java naar Suriname, waar velen het na de onafhankelijkheid in 1975 voor gezien hielden. En ineens bibberend op de kade in Rotterdam stonden.
Zo ook Sjon. Vestigde zich in Deventer, probeerde te aarden tussen die protestanten daar en hun strikte regelgeving en kerkgang. Hij wilde daarnaast doen wat hij z’n hele leven al had gedaan. Sambal maken en verkopen.
Sjon wist dat er nogal wat verschillende soorten pepers zijn en dat je er allemaal sambal van kan maken. Het begint met de milde Spaanse peper die tot de wat slappe sambal Oelek leidt, bekend van op tafel bij de Chinees op de hoek. Verder gaand met de Madame Jeanette, de Habanero en de zinderende Adjuma, ontstaan er sambalsoorten die alleen geschikt zijn voor de echte ervarenen. Er zijn dan ook meer dan 36 verschillende soorten sambal bekend.
In Deventer gingen de zaken niet zoals Sjon had gehoopt. Het ontbrak er aan ervaring. Nee dan, zo hoorde Sjon, waren er vele Hindoestanen in Den Haag neergestreken. In buurten als de Schilderswijk, De Regentes en Transvaal schoten de Roti-shops als paddenstoelen uit de grond. Want hier was wel een clientèle, het leek wel alsof half Suriname ineens in Den Haag woonde.
Sjon besloot Deventer vaarwel te zeggen en opende ook een Roti shop. In de Haagse Transvaal. Een simpele zaak, 4 tafeltjes, witte tegels op de vloer, TL-verlichting, een vitrine. En in die vitrine natuurlijk Sjon z’n sambal. Hij begon met 10 soorten. Hij wist ook dat het niet nodig was die slappe sambal Oelek nog te maken, zoals dat in Deventer nog was gegaan. Nee, hier zaten de kenners.
Maar, ook Den Haag kent vele soorten mensen. En dat mixt en integreert af en toe best leuk. Marokkanen die haring eten, Rasechte Hagenezen die broodjes Merguez verorberen. Chinezen die naar de pizzeria gaan.
Sjon kreeg ze allemaal ook in z’n zaak. Een van die Hagenezen wilde wel eens zo’n Roti-Lams met kousenband proberen. Maar er moest wel voldoende goede sambal bij want die sambal van de Chinees vond ie maar niets. Dus Sjon raadde hem de gele aan, van de Adjuma peper. “Nou, als ie maar niet zo slap is”, zei de Hagenees nog.
Vervolgens nam hij een flinke eetlepel sambal en smeerde er z’n roti mee in. Hij nam een eerste hap. Hij begon te verkleuren naar iets van dieprood, tranen uit z’n ogen, stoom uit z’n oren. Echte ervaring krijg je niet zomaar.

EINDE

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/